Achtergrond: met het bouwen van auto’s valt best nog wat te verdienen

Rode cijfers, verschrompelde winsten, dalende beurskoersen. De berichten over de financiële resultaten van de grote autofabrikanten leken de afgelopen vorige week één en al ellende. Maar is dat beeld terecht?

Achtergrond: Met het bouwen van auto’s valt best nog wat te verdienen

Wie goed naar de cijfers kijkt, ziet dat er met het bouwen van auto’s zelf nog altijd aardig geld wordt verdiend. Het zijn de bijzondere kosten, voor dieselgate, voor boetes, voor garanties of voor het ontwikkelen van nieuwe technologie die de leidende merken in de wielen rijden, zo blijkt uit de tot dusver gepubliceerde cijfers.

Kijk eerst eens naar Daimler dat de financiële wereld op het eerste gezicht ronduit slechte cijfers voorzette. De nettowinst kwam uit op 2,7 miljard euro vergeleken met 7,6 miljard in 2018, drie keer zo weinig dus. Maar de aangepaste winst, ofwel adjusted EBIT, lag op liefst 10,3 miljard. Dat is wat andere bedrijven vaak noemen het operationele resultaat, dus wat je daadwerkelijk verdient met het bouwen van auto’s en andere activiteiten – zoals financiering – zonder alle eenmalige en in feite wezensvreemde posten. Bij Daimler gaat het bij die posten om een reservering van 3,7 miljard wegens verwachte kosten voor dieselgate, overigens óók bij de bestelwagens, bijna een miljard voor het nog altijd na-ijlende Takata airbagschandaal, 800 miljoen aan afschrijving op de modellen van Mercedes-Benz Vans en 400 miljoen voor de problemen rond de Duitse tolheffing. Daarnaast heeft de door topman Ola Källenius ingezette herstructurering ook al 1,2 miljard gekost. Verder verhoogde Daimler het R&D budget met 600 miljoen euro naar 9,7 miljard.

Externe factoren

Ook Renault kwam er in de media niet genadig af. De Franse groep, Dacia meegerekend, kwam onderaan de streep voor het eerst in tien jaar met een verlies van 144 miljoen in het rood uit. Netto bleef 19 miljoen euro over, een bedrag dat op een omzet van 55,5 miljard niet eens in een percentage is uit te drukken. Bij Renault ging de operationele marge wel flink omlaag van 3 naar 2,1 miljard. Maar ook hier spelen externe factoren de hoofdrol. Dat is in de eerste plaats het ingestorte dividend van Nissan waar Renault nog altijd 42 procent van de aandelen in bezit heeft. Over 2019 ontving de Franse groep nog maar 242 miljoen uit Japan terwijl dat in 2018 nog een paar miljard bedroeg. Daarnaast leverden ook de Chinese joint-venture partners als Dongfeng honderden miljoenen minder op. In totaal daalde deze inkomstenpost daarmee van 1,54 miljard aan opbrengsten naar 190 miljoen aan verliezen, een verschil dus van 1,7 miljard euro. Tussen de regels door meldt Renault bovendien dat het ook minder auto’s bouwde voor Nissan zelf en voor de andere partner Daimler. Net als dat Daimler gaat overigens ook Renault fors in de kosten snijden, desnoods ook in de tot nu toe heilige fabrieken in Frankrijk.

Verschrompelde nettowinst

Een ander en misschien toch wat ernstiger zorgenkind is Ford. Die Amerikaanse autobouwer zag de nettowinst verschrompelen van 3,7 miljard dollar naar rond de 100 miljoen dollar. In het vierde kwartaal werd zelfs 1,7 miljard verlies genoteerd. Dat kwam echter geheel voor rekening van een eenmalige reservering van 2,2 miljard dollar voor pensioenkosten. Over heel 2019 kwam de aangepaste, ‘schone’ winst uit op 6,4 miljard dollar wat wel 8,5 procent minder was dan een jaar eerder. De vrije kasstroom, ook een belangrijke indicator, bleef met 2,8 miljard op hetzelfde peil. Voor het lopende jaar durft CEO Jim Hackett een winst te voorspellen van 5,6 tot 6,6 miljard dollar wat, althans aan het topeind van die raming, hoger zou zijn dan in 2019. In het eerste kwartaal van 2020 moet echter nog met een verlies – van 1,1 miljard – rekening worden gehouden door hoge garantiekosten.

Optimisme bij FCA

Bij Fiat Chrysler Automobiles zijn de cijfers altijd wat moeilijker te doorgronden. Dat autobedrijf heeft de aangepaste winst met 6,7 miljard euro in ieder geval op hetzelfde peil weten te houden als in 2018. Weliswaar werd 1,5 miljard afgeboekt aan speciale lasten, met name voor het afwaarderen van de modellenportefeuille in Europa, maar ook in het voorafgaande jaar liepen die buitengewone kosten tot dat bedrag op. FCA zag zelfs kans de marge licht te verhogen tot 6,2 procent. Topman Mike Manley is daarom alleszins optimistisch over 2020, vermoedelijk het laatste jaar waarin zijn bedrijf zelfstandig opereert. Hij gaat uit van een aangepaste winst van minstens 7 miljard euro wat dus een stuk hoger zou zijn dan in 2019.

Achtergrond: met het bouwen van auto’s valt best nog wat te verdienen - Automobielmanagement.nl

Achtergrond: met het bouwen van auto’s valt best nog wat te verdienen

Rode cijfers, verschrompelde winsten, dalende beurskoersen. De berichten over de financiële resultaten van de grote autofabrikanten leken de afgelopen vorige week één en al ellende. Maar is dat beeld terecht?

Achtergrond: Met het bouwen van auto’s valt best nog wat te verdienen

Wie goed naar de cijfers kijkt, ziet dat er met het bouwen van auto’s zelf nog altijd aardig geld wordt verdiend. Het zijn de bijzondere kosten, voor dieselgate, voor boetes, voor garanties of voor het ontwikkelen van nieuwe technologie die de leidende merken in de wielen rijden, zo blijkt uit de tot dusver gepubliceerde cijfers.

Kijk eerst eens naar Daimler dat de financiële wereld op het eerste gezicht ronduit slechte cijfers voorzette. De nettowinst kwam uit op 2,7 miljard euro vergeleken met 7,6 miljard in 2018, drie keer zo weinig dus. Maar de aangepaste winst, ofwel adjusted EBIT, lag op liefst 10,3 miljard. Dat is wat andere bedrijven vaak noemen het operationele resultaat, dus wat je daadwerkelijk verdient met het bouwen van auto’s en andere activiteiten – zoals financiering – zonder alle eenmalige en in feite wezensvreemde posten. Bij Daimler gaat het bij die posten om een reservering van 3,7 miljard wegens verwachte kosten voor dieselgate, overigens óók bij de bestelwagens, bijna een miljard voor het nog altijd na-ijlende Takata airbagschandaal, 800 miljoen aan afschrijving op de modellen van Mercedes-Benz Vans en 400 miljoen voor de problemen rond de Duitse tolheffing. Daarnaast heeft de door topman Ola Källenius ingezette herstructurering ook al 1,2 miljard gekost. Verder verhoogde Daimler het R&D budget met 600 miljoen euro naar 9,7 miljard.

Externe factoren

Ook Renault kwam er in de media niet genadig af. De Franse groep, Dacia meegerekend, kwam onderaan de streep voor het eerst in tien jaar met een verlies van 144 miljoen in het rood uit. Netto bleef 19 miljoen euro over, een bedrag dat op een omzet van 55,5 miljard niet eens in een percentage is uit te drukken. Bij Renault ging de operationele marge wel flink omlaag van 3 naar 2,1 miljard. Maar ook hier spelen externe factoren de hoofdrol. Dat is in de eerste plaats het ingestorte dividend van Nissan waar Renault nog altijd 42 procent van de aandelen in bezit heeft. Over 2019 ontving de Franse groep nog maar 242 miljoen uit Japan terwijl dat in 2018 nog een paar miljard bedroeg. Daarnaast leverden ook de Chinese joint-venture partners als Dongfeng honderden miljoenen minder op. In totaal daalde deze inkomstenpost daarmee van 1,54 miljard aan opbrengsten naar 190 miljoen aan verliezen, een verschil dus van 1,7 miljard euro. Tussen de regels door meldt Renault bovendien dat het ook minder auto’s bouwde voor Nissan zelf en voor de andere partner Daimler. Net als dat Daimler gaat overigens ook Renault fors in de kosten snijden, desnoods ook in de tot nu toe heilige fabrieken in Frankrijk.

Verschrompelde nettowinst

Een ander en misschien toch wat ernstiger zorgenkind is Ford. Die Amerikaanse autobouwer zag de nettowinst verschrompelen van 3,7 miljard dollar naar rond de 100 miljoen dollar. In het vierde kwartaal werd zelfs 1,7 miljard verlies genoteerd. Dat kwam echter geheel voor rekening van een eenmalige reservering van 2,2 miljard dollar voor pensioenkosten. Over heel 2019 kwam de aangepaste, ‘schone’ winst uit op 6,4 miljard dollar wat wel 8,5 procent minder was dan een jaar eerder. De vrije kasstroom, ook een belangrijke indicator, bleef met 2,8 miljard op hetzelfde peil. Voor het lopende jaar durft CEO Jim Hackett een winst te voorspellen van 5,6 tot 6,6 miljard dollar wat, althans aan het topeind van die raming, hoger zou zijn dan in 2019. In het eerste kwartaal van 2020 moet echter nog met een verlies – van 1,1 miljard – rekening worden gehouden door hoge garantiekosten.

Optimisme bij FCA

Bij Fiat Chrysler Automobiles zijn de cijfers altijd wat moeilijker te doorgronden. Dat autobedrijf heeft de aangepaste winst met 6,7 miljard euro in ieder geval op hetzelfde peil weten te houden als in 2018. Weliswaar werd 1,5 miljard afgeboekt aan speciale lasten, met name voor het afwaarderen van de modellenportefeuille in Europa, maar ook in het voorafgaande jaar liepen die buitengewone kosten tot dat bedrag op. FCA zag zelfs kans de marge licht te verhogen tot 6,2 procent. Topman Mike Manley is daarom alleszins optimistisch over 2020, vermoedelijk het laatste jaar waarin zijn bedrijf zelfstandig opereert. Hij gaat uit van een aangepaste winst van minstens 7 miljard euro wat dus een stuk hoger zou zijn dan in 2019.