‘’Het Parlement heeft een besluit genomen tegen de burgers, tegen de markt, tegen innovatie en tegen moderne technologieën,’’ aldus Hildegard Műller, voorzitter van het Verband der Automobilindustrie (VDA), in een statement. “Voor het vastleggen van een doel voor het jaar 2035 is het, gezien de onzekere ontwikkelingen rond de randvoorwaarden, te vroeg. Er zou op basis van een allesomvattende beoordeling pas in het jaar 2028 een besluit moeten vallen. Met name de uitbouw van de laadinfrastructuur moet aangetoond en beoordeeld worden, om op basis daarvan een afgewogen oordeel voor de doelen voor na-2030 te vellen. Daarbij is het van belang ook na 2035 de deur voor alle klimaatvriendelijke technologische oplossingen open te laten. Een verbod op verbrandingsmotoren wijzen we daarom af.’’

ADAC, de Duitse equivalent van de ANWB, is het daarmee eens. ‘’Wij betreuren de feitelijke ban op verbrandingsmotoren. Het zal niet mogelijk zijn om deze ambitieuze klimaatdoelen in het vervoer te halen met alleen maar elektromobiliteit. Daarvoor was het noodzakelijk geweest ook een perspectief voor de klimaatneutrale verbrandingsmotor open te houden.’’

Beide organisaties blijven lobbyen in Brussel waar de Raad van Ministers, in samenspraak met het Europees Parlement, uiteindelijk moet beslissen of er wel of niet in 2035 een verbod op benzine- of dieselauto’s zal komen. VDA-voorzitter Műller: ‘’We blijven ervoor vechten dat er eerst aan de vereiste voorwaarden wordt voldaan voordat we een zo verreikend besluit nemen.’’