Maar vergeleken met het recordjaar 2018 komt de daling al uit op 36 procent. In de eerste helft van dat jaar werden er in Europa (gecorrigeerd voor het sindsdien uit de EU getreden Groot-Brittannië) 7.145.253 nieuwe personenauto’s geregistreerd, dat is ruim 2,5 miljoen meer dan nu. Alleen al in de maand juni ging het zes jaar geleden om ruim 1,33 miljoen auto’s, dat is 56 procent meer dan in de afgelopen maand.
Dacia
In de eerste helft van dit jaar was Dacia de uitblinker met een groei van 16 procent naar 210.526 auto’s. Dacia voerde het marktaandeel op naar 4,6 procent waarmee het groter is dan bijvoorbeeld Fiat, Citroen, Seat en Ford. Ondanks een verlies van 21 procent voor Renault zelf kon de Renault Groep dankzij dat succes van Dacia in Europa de derde plaats vasthouden. Verder zette Hyundai/Kia een groei van 9 procent naar 441.471 auto’s. Dat is vooral te danken aan Kia dat ruim 14 procent meer auto’s registreerde terwijl Hyundai op een meer bescheiden 3,9 procent uitkomt. Bij de kleinere merken was er alleen nog een plus voor Honda dat met 22.533 auto’s ruim 18 procent meer verkocht.
Verdere dalingen
Stellantis deed het van de grote autogroepen in de eerste zes maanden het slechtste met een daling van 22,5 procent naar 958.688 stuks. De Volkswagen Groep moest ruim 18,5 procent inleveren maar blijft met 1.137.400 auto’s de grootste autoleverancier in Europa. Skoda verkocht bijna een kwart minder auto’s terwijl Seat het beter deed met een daling van bijna 8 procent. Verder kon Toyota de schade beperkt houden tot een daling van 1,6 procent naar 330.568 auto’s, goed voor een vijfde plaats op de merkenranglijst. Lager op de lijst waren er verder scherpe dalingen voor onder meer Volvo, Jaguar/ Land Rover en Mazda. Aangetekend moet worden dat het overzicht van de merken niet meer compleet is doordat Acea de cijfers van bijvoorbeeld Tesla, Polestar of Lynk & Co niet meeneemt omdat die geen lid zijn van de organisatie.
Lees ook:
Europese automarkt blijft in de min