Nog eens 42 procent zegt onderhoud door het vrije kanaal niet bij voorbaat uit te sluiten. Negentien procent van de ondervraagden wijst het idee op voorhand af. Bij leaserijders zegt ruim een derde (36 procent) een concept van universele autobedrijven welwillend te zullen bekijken. “Een fantastisch hoog getal”, vindt ABA-voorzitter Bertho Eckhardt de opstelling in de leasebranche. “Er beginnen wat verkeerslichten op groen te komen.” Hij ziet de uitkomst als een steun in de rug voor het gisteren op de ledendag gepresenteerde ABA Lease Service Center. TNS NIPO vroeg een grote groep leaserijders en bedrijven met één of meer lease-auto’s hoe zij aankijken tegen leaseonderhoud. Opvallend is dat ‘prijs’ voor hen een ondergeschikt criterium is. Veruit het belangrijkst vindt men het nakomen van afspraken en de kwaliteit van onderhoud en reparatie. Overigens blijkt grofweg een derde van de leaserijders en wagenparkbeheerders (ten onrechte) te denken dat de fabrieksgarantie vervalt als het onderhoud bij een merkonafhankelijk bedrijf gebeurt. Eveneens een derde weet niet hoe het zit. Reden voor de ABA om de zakelijke markt de komende tijd nadrukkelijk te gaan uitleggen dat de garantie gewoon blijft bestaan als een universeel het onderhoud uitvoert. Hoewel inmiddels zo’n elfhonderd ABA-leden zijn aangesloten op het ROB-net (systeem voor elektronische facturatie), blijft het aandeel van universele autobedrijven in dit segment beperkt tot zo’n vijf procent. Vorig jaar groeide in Nederland de leasemarkt met 4,1 procent.