Dat is vooral toe te schrijven aan de forse prijsdaling van tweedehandsauto’s. De stijging van de leaseprijzen werd getemperd door de bpm-verlaging. In het eerste kwartaal van 2009 waren tweedehandsauto’s ruim acht procent goedkoper dan een jaar eerder. Dat heeft gevolgen voor de kosten van een leaseauto. Na afloop van de contractperiode verkopen de leasemaatschappijen de leaseauto. Ze krijgen nu echter minder geld terug voor die auto dan waar op gerekend was. De kosten van de leasemaatschappijen nemen hierdoor toe. Ze compenseren dat in de leaseprijzen. In februari 2008 is de bpmverlaagd van 45,2 procent naar 42,3 procent. Mede hierdoor daalde de leaseprijzen in het eerste kwartaal van 2008. Daarna kreeg echter het prijsopdrijvende effect van de goedkope tweedehandsauto’s de overhand, melden de rekenmeesters van het CBS. Per 1 januari 2009 is het bpm-percentage verder verlaagd naar 40. Naast de bpm-verlaging zorgde ook de lagere rente ervoor dat de prijzen minder hard stegen. Het leasen van vrachtauto’s is in het eerste kwartaal van 2009 goedkoper geworden. De prijs daalde met 2,3 procent ten opzichte van een jaar eerder. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de terugloop in het aantal afgesloten contracten en de gedaalde rente. Het leasen van bestelauto’s was bijna drie procent duurder. Een jaar geleden daalden deze prijzen nog met 0,6 procent. Ook de gedaalde restwaarde was hier de belangrijkste oorzaak van prijsstijging. (BL)