NZO: jongeren staan wel open voor een auto

Al geruime tijd lijkt het er door diverse trends en maatschappelijke bewegingen op dat jongeren onder de dertig jaar aanmerkelijk minder geïnteresseerd zijn in het bezit en/of gebruik van een auto. De overheid concludeerde uit het KiM-onderzoek dat dit niet het geval is en een deelanalyse uit het nieuwe Nationaal Zakenauto Onderzoek kan die conclusie nu onderschrijven.

Een deelanalyse (zie pdf onderaan dit bericht) van het nieuwe Nationaal Zakenauto Onderzoek 2014 bevestigt de eerdere conclusie van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) van de overheid, namelijk dat de fundamentele houding ten opzichte van de auto en de automobiliteit bij jongvolwassenen van generatie Y (18-30 jaar) niet anders is dan bij ouderen.
Hoewel autogebruik bij jongeren afneemt, geven ze aan in de toekomst zelf een auto te willen bezitten.
Sterker nog, uit het NZO blijkt dat jonge zakelijke rijders juist het meest ambitieuze toekomstbeeld
hebben over de invulling van hun automobiliteit. De NZO-deelanalyse vergelijkt de houding van ruim drieduizend respondenten door hen te verdelen in de leeftijdscategorieën jonger en ouder dan dertig jaar. Hoewel de persoonlijke situatie van de respondenten uit beide groepen duidelijk verschillend is, zijn er grote overeenkomsten qua invulling van de mobiliteit. Zo blijkt de mobiliteitsbehoefte (in kilometers per jaar) voor werk en privé vrijwel gelijk te zijn, worden andere vervoersvormen nauwelijks gebruikt en staan beide groepen in dezelfde mate kritisch tegenover andere vervoersvormen. Meer dan tachtig procent van de 30-minners vindt het belangrijk een ‘eigen’ auto te rijden en is niet bereid deze te delen met anderen. Opmerkelijk is ook dat de gevoeligheid voor de reputatie en status van het automerk of -model bij beide groepen gelijk is. De sociale beïnvloeding verloopt wel anders: niet de service van de dealer, maar het oordeel van vrienden en collega’s weegt bij jongeren zwaar. De toekomstverwachtingen vormen een tweede belangrijk verschil. Hoewel jongeren uit kostenoverweging bewuster kiezen voor een auto uit
de lagere bijtellingsklasse, hebben ze tegelijk meer ambitieuze verwachtingen over hun volgende
auto.
De hoofdconclusie van het KiM-rapport nuanceert het beeld dat jongeren geen auto meer zouden
willen. Het blijkt dat de auto tijdelijk minder goed past bij hun levensfase als student en bij het begin
van hun carrière. Maar, zodra jongeren een volgende stap zetten in hun carrière en/of privéleven,
neemt hun mobiliteitsbehoefte en autogebruik flink toe. De KiM-onderzoekers leiden daaruit af dat
jongeren ‘niet kiezen voor autoloos, maar auto later.’ Het nieuwe Nationaal Zakenauto Onderzoek lijkt de hoofdconclusie van het KiM te kunnen onderschrijven. Weliswaar is de in het NZO onderzochte populatie
anders – het betreft immers berijders van een zakenauto – maar de attitude ten opzichte van mobiliteit,
(toekomstige) autokeuze en het belang van status zijn niet wezenlijk anders voor jongvolwassenen.

Driving Business 

Het Nationaal Zakenauto Onderzoek NZO is het resultaat van een samenwerking tussen het vakblad
Automobiel Management, RDC | Centraal Bureau Mobiliteit Informatie en de Vereniging van
Nederlandse Autoleasemaatschappijen VNA. Het onderzoek wordt sinds 2009 jaarlijks uitgevoerd en richt zich op zowel berijders als op bedrijven (werkgevers). Het wordt uitgevoerd door Eric Vousten van VMS | Research, Intelligence & Strategy. Het complete onderzoek wordt op 24 september gepresenteerd tijdens het congres AM Driving Business en is vanaf dat moment ook beschikbaar via de websites van de drie partners.

 NZO 2014 – deelanalyse.
NZO: jongeren staan wel open voor een auto - Automobielmanagement.nl

NZO: jongeren staan wel open voor een auto

Al geruime tijd lijkt het er door diverse trends en maatschappelijke bewegingen op dat jongeren onder de dertig jaar aanmerkelijk minder geïnteresseerd zijn in het bezit en/of gebruik van een auto. De overheid concludeerde uit het KiM-onderzoek dat dit niet het geval is en een deelanalyse uit het nieuwe Nationaal Zakenauto Onderzoek kan die conclusie nu onderschrijven.

Een deelanalyse (zie pdf onderaan dit bericht) van het nieuwe Nationaal Zakenauto Onderzoek 2014 bevestigt de eerdere conclusie van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) van de overheid, namelijk dat de fundamentele houding ten opzichte van de auto en de automobiliteit bij jongvolwassenen van generatie Y (18-30 jaar) niet anders is dan bij ouderen.
Hoewel autogebruik bij jongeren afneemt, geven ze aan in de toekomst zelf een auto te willen bezitten.
Sterker nog, uit het NZO blijkt dat jonge zakelijke rijders juist het meest ambitieuze toekomstbeeld
hebben over de invulling van hun automobiliteit. De NZO-deelanalyse vergelijkt de houding van ruim drieduizend respondenten door hen te verdelen in de leeftijdscategorieën jonger en ouder dan dertig jaar. Hoewel de persoonlijke situatie van de respondenten uit beide groepen duidelijk verschillend is, zijn er grote overeenkomsten qua invulling van de mobiliteit. Zo blijkt de mobiliteitsbehoefte (in kilometers per jaar) voor werk en privé vrijwel gelijk te zijn, worden andere vervoersvormen nauwelijks gebruikt en staan beide groepen in dezelfde mate kritisch tegenover andere vervoersvormen. Meer dan tachtig procent van de 30-minners vindt het belangrijk een ‘eigen’ auto te rijden en is niet bereid deze te delen met anderen. Opmerkelijk is ook dat de gevoeligheid voor de reputatie en status van het automerk of -model bij beide groepen gelijk is. De sociale beïnvloeding verloopt wel anders: niet de service van de dealer, maar het oordeel van vrienden en collega’s weegt bij jongeren zwaar. De toekomstverwachtingen vormen een tweede belangrijk verschil. Hoewel jongeren uit kostenoverweging bewuster kiezen voor een auto uit
de lagere bijtellingsklasse, hebben ze tegelijk meer ambitieuze verwachtingen over hun volgende
auto.
De hoofdconclusie van het KiM-rapport nuanceert het beeld dat jongeren geen auto meer zouden
willen. Het blijkt dat de auto tijdelijk minder goed past bij hun levensfase als student en bij het begin
van hun carrière. Maar, zodra jongeren een volgende stap zetten in hun carrière en/of privéleven,
neemt hun mobiliteitsbehoefte en autogebruik flink toe. De KiM-onderzoekers leiden daaruit af dat
jongeren ‘niet kiezen voor autoloos, maar auto later.’ Het nieuwe Nationaal Zakenauto Onderzoek lijkt de hoofdconclusie van het KiM te kunnen onderschrijven. Weliswaar is de in het NZO onderzochte populatie
anders – het betreft immers berijders van een zakenauto – maar de attitude ten opzichte van mobiliteit,
(toekomstige) autokeuze en het belang van status zijn niet wezenlijk anders voor jongvolwassenen.

Driving Business 

Het Nationaal Zakenauto Onderzoek NZO is het resultaat van een samenwerking tussen het vakblad
Automobiel Management, RDC | Centraal Bureau Mobiliteit Informatie en de Vereniging van
Nederlandse Autoleasemaatschappijen VNA. Het onderzoek wordt sinds 2009 jaarlijks uitgevoerd en richt zich op zowel berijders als op bedrijven (werkgevers). Het wordt uitgevoerd door Eric Vousten van VMS | Research, Intelligence & Strategy. Het complete onderzoek wordt op 24 september gepresenteerd tijdens het congres AM Driving Business en is vanaf dat moment ook beschikbaar via de websites van de drie partners.

 NZO 2014 – deelanalyse.