Analyse: ‘Iedere werknemer zijn eigen omslagpunt’

De discussie over omslagpunten is tegenwoordig even achterhaald als actueel. Rond de vraag of diesel, benzine, hybride dan wel elektrisch de beste keus is spelen te veel factoren om er een algemene stelregel van te maken. Maar een verkeerde keuze kan een werkgever wel veel geld kosten.

Scheefrijders, zo noemt Ford werknemers die, gelokt door de lage bijtelling, in een (dure) dieselauto rijden terwijl ze er misschien jaarlijks amper 20.000 kilometer mee afleggen. De werknemer maakt het niets uit, die is blij met de lage bijtelling. Ook dat de auto in de praktijk veel meer verbruikt, deert hem niet. Maar voor de werkgever kunnen die meerkosten ten opzichte van een benzineauto op bijna 2400 euro per jaar uitkomen, rekent Ford ons voor.   

Full Hybrid

Ook Toyota komt met berekeningen (opgesteld door TNO) die moeten aantonen dat een full hybrid bijna altijd gunstiger uitkomt dan een vergelijkbare dieselauto. Er is zelfs een aparte website voor opgericht, auto vóór de zaak (dus niet auto ván de zaak). Ook hier is de redenering: voor de berijder mag zo’n lage bijtelling leuk zijn, de baas wordt juist met extra kosten opgezadeld. Ter illustratie: de populaire Prius Wagon wordt pas na 57000 jaarlijkse kilometers duurder dan een vergelijkbare auto op diesel.

Uiteraard hebben de merken zo hun redenen om deze boodschap te verkondigen. Zo pakten de nieuwe bijtellingregels in 2014 al minder gunstig uit voor Ford. Vooral in het C-segment vielen de klappen. Daar bevindt zich de Ford Focus, het belangrijkste model voor Ford. Een jaar eerder viel de ‘oude’ dieselversie nog in de 14% bijtelling. Nu is er een benzineversie met 20% bijtelling (1.0 EcoBoost) die de zakelijke kar moet trekken.

Simpele rekensommetjes

Volgens Edgar Pees, B2B manager van Ford Nederland, is een dieselvariant van de Focus niet alleen duurder in aanschaf vergeleken met zijn benzinebroer, verzekeringspremie en wegenbelasting zijn dit jaar eveneens fors gestegen. Ook de afschrijving is voor een diesel minder gunstig.  "Het zijn in principe simpele rekensommetjes. Maar ze moeten wel worden gemaakt", aldus Pees.

Michel Dudok, manager Fleetsales & Leasing bij Toyota importeur Louwman & Parqui, wijst op de ‘hybride-aftrek’ van 125 kilo op het gewicht van de auto.  Hierdoor valt de Yaris, Auris (TS) of Prius (Wagon) altijd in een lagere tariefgroep. "En dat scheelt minstens één, maar soms zelfs twee hele schalen in de wegenbelasting. Ter illustratie: een hybride Auris kost nu 560 euro aan wegenbelasting per jaar. Aan de dieselvariant ben je jaarlijks 1.312 euro kwijt", aldus Dudok.

Individuele omslagpunt

Zowel Pees als Dudok stellen dat diesel voor veel modellen pas na jaarlijks 50.000 kilometer rendabel kan worden. Maar fleetmanagers durven deze algemene stelregel niet aan. Want hoe zit het bijvoorbeeld met de populaire plug-ins en elektrische auto’s? En dan vooral met de fiscale voordelen van deze auto’s die niet alleen berijders te beurt vallen, maar ook werkgevers en leasemaatschappijen? Alleen de subsidies al hebben een enorme invloed op de total cost of ownership.

Bovendien heeft een werkgever niet altijd invloed op de keuze van een leaseauto. Veel bedrijven zijn in hun autoregeling overgestapt op normleasebedragen. Dat zorgt ervoor dat het brandstofverbruik mede bepalend is voor de keuze van een auto. Een lager (theoretisch) verbruik betekent meer financiële ruimte voor de berijder zodat er leuke extra’s kunnen worden bijbesteld. Dat in de praktijk het verbruik veel hoger ligt, doet niet ter zaken. Martin Lans van het Kenniscentrum voor Wagenparkbeheer De VNF: "De auto heeft tegenwoordig voor iedere partij, van berijder tot werkgever, van leasemaatschappij tot fleetowner, een ander kostenplaatje. Daardoor is er geen universele toetssteen meer om zoiets als een omslagpunt te berekenen. Eigenlijk zou er voor iedere werknemer een eigen, individuele omslagpunt moeten worden berekend."

Bron: Trends in Autoleasing 

 

 

Analyse: ‘Iedere werknemer zijn eigen omslagpunt’ - Automobielmanagement.nl

Analyse: ‘Iedere werknemer zijn eigen omslagpunt’

De discussie over omslagpunten is tegenwoordig even achterhaald als actueel. Rond de vraag of diesel, benzine, hybride dan wel elektrisch de beste keus is spelen te veel factoren om er een algemene stelregel van te maken. Maar een verkeerde keuze kan een werkgever wel veel geld kosten.

Scheefrijders, zo noemt Ford werknemers die, gelokt door de lage bijtelling, in een (dure) dieselauto rijden terwijl ze er misschien jaarlijks amper 20.000 kilometer mee afleggen. De werknemer maakt het niets uit, die is blij met de lage bijtelling. Ook dat de auto in de praktijk veel meer verbruikt, deert hem niet. Maar voor de werkgever kunnen die meerkosten ten opzichte van een benzineauto op bijna 2400 euro per jaar uitkomen, rekent Ford ons voor.   

Full Hybrid

Ook Toyota komt met berekeningen (opgesteld door TNO) die moeten aantonen dat een full hybrid bijna altijd gunstiger uitkomt dan een vergelijkbare dieselauto. Er is zelfs een aparte website voor opgericht, auto vóór de zaak (dus niet auto ván de zaak). Ook hier is de redenering: voor de berijder mag zo’n lage bijtelling leuk zijn, de baas wordt juist met extra kosten opgezadeld. Ter illustratie: de populaire Prius Wagon wordt pas na 57000 jaarlijkse kilometers duurder dan een vergelijkbare auto op diesel.

Uiteraard hebben de merken zo hun redenen om deze boodschap te verkondigen. Zo pakten de nieuwe bijtellingregels in 2014 al minder gunstig uit voor Ford. Vooral in het C-segment vielen de klappen. Daar bevindt zich de Ford Focus, het belangrijkste model voor Ford. Een jaar eerder viel de ‘oude’ dieselversie nog in de 14% bijtelling. Nu is er een benzineversie met 20% bijtelling (1.0 EcoBoost) die de zakelijke kar moet trekken.

Simpele rekensommetjes

Volgens Edgar Pees, B2B manager van Ford Nederland, is een dieselvariant van de Focus niet alleen duurder in aanschaf vergeleken met zijn benzinebroer, verzekeringspremie en wegenbelasting zijn dit jaar eveneens fors gestegen. Ook de afschrijving is voor een diesel minder gunstig.  "Het zijn in principe simpele rekensommetjes. Maar ze moeten wel worden gemaakt", aldus Pees.

Michel Dudok, manager Fleetsales & Leasing bij Toyota importeur Louwman & Parqui, wijst op de ‘hybride-aftrek’ van 125 kilo op het gewicht van de auto.  Hierdoor valt de Yaris, Auris (TS) of Prius (Wagon) altijd in een lagere tariefgroep. "En dat scheelt minstens één, maar soms zelfs twee hele schalen in de wegenbelasting. Ter illustratie: een hybride Auris kost nu 560 euro aan wegenbelasting per jaar. Aan de dieselvariant ben je jaarlijks 1.312 euro kwijt", aldus Dudok.

Individuele omslagpunt

Zowel Pees als Dudok stellen dat diesel voor veel modellen pas na jaarlijks 50.000 kilometer rendabel kan worden. Maar fleetmanagers durven deze algemene stelregel niet aan. Want hoe zit het bijvoorbeeld met de populaire plug-ins en elektrische auto’s? En dan vooral met de fiscale voordelen van deze auto’s die niet alleen berijders te beurt vallen, maar ook werkgevers en leasemaatschappijen? Alleen de subsidies al hebben een enorme invloed op de total cost of ownership.

Bovendien heeft een werkgever niet altijd invloed op de keuze van een leaseauto. Veel bedrijven zijn in hun autoregeling overgestapt op normleasebedragen. Dat zorgt ervoor dat het brandstofverbruik mede bepalend is voor de keuze van een auto. Een lager (theoretisch) verbruik betekent meer financiële ruimte voor de berijder zodat er leuke extra’s kunnen worden bijbesteld. Dat in de praktijk het verbruik veel hoger ligt, doet niet ter zaken. Martin Lans van het Kenniscentrum voor Wagenparkbeheer De VNF: "De auto heeft tegenwoordig voor iedere partij, van berijder tot werkgever, van leasemaatschappij tot fleetowner, een ander kostenplaatje. Daardoor is er geen universele toetssteen meer om zoiets als een omslagpunt te berekenen. Eigenlijk zou er voor iedere werknemer een eigen, individuele omslagpunt moeten worden berekend."

Bron: Trends in Autoleasing