Zestig procent van de ondervraagden meent dat de meeste mensen in de auto sneller geïrriteerd raken dan in andere situaties. En ja hoor: de overgrote meerderheid denkt dat ze zélf geen korter lontje hebben achter het stuur. Slechts een kwart van de automobilisten geeft toe achter het stuur sneller geïrriteerd te zijn, de rest denkt dat ze net zo snel (59 procent) geïrriteerd raken of zelfs minder snel (17 procent). Zoals Sarte al zei: de hel, dat zijn de anderen. De resultaten van het onderzoek staan in het maartnummer van Psychologie Magazine, dat vanaf donderdag 17 februari in de winkel ligt.

Agressief rijgedrag komt vaak voor: zo werd 82 procent van de ondervraagde autobestuurders afgelopen maand geconfronteerd met bumperklevers en werd 35 procent gehinderd bij in- of uitvoegen. Naar tien procent werden obscene gebaren gemaakt.

De tien allergrootste irritaties op de weg:

  • snijden
  • inpikken van een parkeerplaats
  • bumperkleven
  • hinderen bij het in- of uitvoegen
  • niet laten passeren
  • de file voorbijrijden over de vluchtstrook
  • onnodig links rijden
  • hinderen bij het wisselen van rijstrook
  • schelden
  • door rood rijden

Hoe het allemaal komt is ook logisch te verklaren. De auto belemmert onze communicatiemogelijkheden, waardoor we andermans gedrag eerder als agressief interpreteren. Ook zijn we als autobestuurder anoniemer dan bijvoorbeeld als voetganger, wat agressie in de hand kan werken. Lees het artikel.