Citroën deed het met 3.000 orders voor de open versie van de DS3 niet slecht (in heel Europa werden er 8.000 exemplaren aan de man gebracht), maar de totale Franse markt voor cabrioletmodellen was in de eerste 6 maanden slechts 8.726 exemplaren groot. Vorig jaar gingen er in dezelfde periode nog 13.653 open auto’s over de toonbank en in 2011 in het eerste semester 17.769 stuks.

Het marktaandeel van cabrioletmodellen bedraagt nu minder dan 1 procent. De reden is dat de consument zich veel machtiger voelt in een SUV. Van dit soort auto’s (al dan niet met vierwielaandrijving) werden in Frankrijk in de eerste helft van 2013 in totaal 154.370 exemplaren verkocht. Dat betekent een marktaandeel van 16,6 procent versus 14,7 procent vorig jaar en 12,2 procent in 2011. Met donkere wolken boven de Europese economie lijkt te consument niet in de stemming te zijn om er maar op los te leven. In plaats van een hedonistisch vervoermiddel speelt men liever op veilig met een auto die gevoelsmatig een betere bescherming biedt tegen de vijandige economische buitenwereld.

Voor sommige fabrikanten is dit reden om de handdoek in de ring te gooien. Peugeot ziet af van een opvolger voor de 308 CC en van de Volvo C70 liep afgelopen mei het laatste exemplaar van de band. Ford zal de jongste Focus anders dan het vorige model niet in open uitvoering aanbieden. Voor fabrikanten is er geen sprake meer van lusten: zij ondervinden eigenlijk alleen maar lasten van cabrioletauto’s. Ze zijn niet alleen duur om te ontwerpen en te produceren, ze stoten vanwege hun hogere gewicht ook meer CO2 uit. Neem de Renault Mégane TCe 130 bijvoorbeeld. Die kent als hatchback een keurige emissiewaarde van 124 gram/km. De open C-C uitvoering slingert echter 169 gram de atmosfeer is. Gedrag dat ‘Brussel’ straks gaat afstraffen met een flinke boete. In een gehalveerde afzetmarkt voor cabrioletmodellen zijn investeringen alleen verantwoord als er niet te veel kosten gemaakt hoeven te worden. Zoals bij de open versie van de DS3. Citroën hield de carrosserie grotendeel intact, waardoor het meergewicht en dus de extra CO2-uitstoot meevalt: in het geval van de 1.2 VTi uitvoering slechts 7 gram/km.

Lagere Europese verkopen kunnen niet gecompenseerd worden met extra afzet elders. In China is men namelijk helemaal niet geïnteresseerd in cabrioletmodellen. En dat ’s tegenwoordig ’s werelds grootste belangrijkste afzetmarkt. Ook in andere Aziatische landen is er weinig enthousiasme voor open auto’s. Hetzelfde geldt voor Latijns Amerika. De cliëntèle is vooral woonachtig in vergrijzende marktregio’s, zoals de Verenigde Staten en Europa. Dat modellen als de Chrysler 200 Convertible / Lancia Flavia Volkswagen Eos en Volvo C70 het imago hebben vooral door viagramannen gekocht te worden, is vanuit deze optiek wellicht geen toeval ….

Kort door de bocht zou je kunnen zeggen dat als cabrioletmodellen al kopers aan trekken, het een ‘fout’ soort consumenten zijn. Dat was voor Toyota mede aanleiding om niet te gaan investeren in een open uitvoering van de GT86. Ook de Mini Roadster krijgt geen directe opvolger. Het is de vraag of nieuwe modellen als de Opel Cascada en de Volkswagen Beetle Cabrio het tij kunnen keren. In het premiumsegment gelden overigens andere wetten, hetgeen verklaart waarom Jaguar tot nu toe wel goede zaken weet te doen met zijn zeer mooie F-type. Maar die is bestemd voor consumenten die financieel sowieso wel tegen een stootje kunnen.

Bron: Autointernationaal