Opvallend is ook dat het eerder de verkoper is die de auto primair een middel vindt (van A naar B) dan de consument.

Aan de representatieve telefonische steekproef deden ruim duizend Duitse autokopers mee. Van hen ziet 52 procent de personenwagen als een statussymbool en pas in tweede instantie (22 procent) als een functioneel vervoersmiddel. Bij dertig-minners, vaak afgeschilderd als meer geïnteresseerd in smartphones, is de personenwagen zelfs voor 59 procent een statussymbool.

Puls polste ook de mening van driehonderd autoverkopers. Van hen vindt ‘slechts’ 45 procent de auto een statussymbool; 31 procent typeert het als een middel om een doel te bereiken. "Dat roept de vraag op of de sluipende afname van de emotionele waardering voor auto’s niet ook door de branche zelf veroorzaakt wordt", stelt het bureau.

Vooral de jongere autokopers verwachten dat internetverkoop de positie van de dealer niet zal wegvagen. De auto als zodanig gaat volgens hen een technisch interessante mobiliteitstoekomst tegemoet. Zolang dat mooie product wordt gecombineerd met een ‘emotionele koperservaring‘ in de showroom hoeft wat hen betreft het autobedrijf niet te vrezen buitenspel te worden gezet.