Op de jaarbijeenkomst sprak president Sergio Marchionne (in het dagelijkse leven topman van Fiat) zijn gehoor van collega-autofabrikanten toe. Hij verwoordde eigenlijk drie wensen. Op de eerste plaats wil de auto-industrie dat toekomstige wetgeving op emissiegebied voor de autofabrikanten met zo weinig mogelijk kosten gepaard moet gaan. Hij vindt ook dat de auto-industrie in zijn algemeenheid wel wat meer erkenning verdiend voor de inspanningen die hij al deed op milieugebied. En Acea vindt dat de politiek de auto-industrie ruim de tijd moet geven om zich te kunnen voorbereiden op toekomstige wetgeving. “De auto-industrie wil een kostenefficiënte politiek om de CO2-uitstoot van auto’s te verminderen. Een combinatie van traffic management, inzet van biobrandstoffen, een betere rijstijl, CO2-gerelateerde belastingen en technische verbeteringen aan auto’s zullen leiden tot betere resultaten voor het milieu zonder de werkgelegenheid in gevaar te brengen”, aldus Marchionne. Hij veronderstelde ook dat de voorgestelde nieuwe norm van 130 gram per kilometer in 2012 veel te duur is. “Dat zal de industrie Europa uit jagen.” De voorgestelde norm zou ook veel te veel gericht zijn op voertuigtechnologie. Marchionne benadrukte dat dat tegen de aanbevelingen is van de groep CARS 21. De groep bestond uit onder andere uit de EU-commissarissen Verheugen, Barrot en Dimas en vertegenwoordigers van de autoindustrie, het Europese Parlement en nationale regeringen. CARS 21 concludeerde dat alleen een gezamenlijke inspanning van alle betrokken partijen goed zou zijn voor uitstootverlaging enerzijds en concurrentiekracht van de auto-industrie anderzijds. Acea vertegenwoordigt dertien toonaangevende Europese fabrikanten van auto’s, trucks en bussen. Zij bieden samen werk aan 2,3 miljoen mensen en aan een veelvoud ervan in onder andere de toeleveringsindustrie, aldus Acea.