Dat stelt René Seyger, partner van adviesbureau Roland Berger Strategy, in een analyse in Het Financieele Dagblad.

Elektrisch rijden vraagt om nieuwe samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld met elektriciteitsproducenten, betoogt Seyger. Zij kunnen de benodigde stroom leveren en een grote, nieuwe markt aanboren. Voor kleinere, gespecialiseerde bedrijven is een rol weggelegd als leverancier van de energiehuishouding en andere technische systemen. Verder zou de overheid risicodragend kapitaal ter beschikking kunnen stellen, zodat het consortium kan starten, en eventueel via beleid de vraag kunnen stimuleren.

Het geheel aan maatregelen zou volgens Seyger de totale (automobiel) industrie in Nederland kunnen versterken. Ook komt zo mogelijk een einde aan de huidige patstelling bij fabrikant en consument. Een grootschalige doorbraak van de elektrische auto valt pas te verwachten indien zo’n auto aantrekkelijk is voor de consument (ook financieel dus) maar ook financieel aantrekkelijk is om te maken.

"Het economisch rendabel introduceren van nieuwe auto’s vraagt een minimale seriegrootte van meer dan 25 duizend", stelt  Seyger. "De vraag is momenteel dus nog te klein om grootschalig te kunnen investeren." Ook weten de fabrikanten niet welke technologie de ‘winnende’ gaat worden. Is het elektrisch, worden het brandstofcellen of toch tweede generatie bio-diesel? "Een verkeerde keuze is duur. De ontwikkeling verloopt dus erg traag."