Dat meldt het onafhankelijke Institute for European Environmental Policy (IEEP) in Londen. De Europese Unie heeft automobilisten verplicht gesteld in 2020 te gaan rijden op een mengsel van 90 procent benzine en 10 procent biobrandstoffen. De EU-landen gaan aan deze verplichting voldoen door voedingsgewassen te verstoken als maïs, rietsuiker en koolzaad; zogenoemde biobrandstoffen van de eerste generatie. Daarvoor moet dan wel een gebied van tussen de 4,1 en 6,9 miljoen hectare worden onttrokken aan al in gebruik zijnde landbouwgrond. In het ergste geval komt dat overeen met twee maal de landoppervlakte van Nederland.

Het in gebruik nemen elders van een gebied met een dergelijke grootte veroorzaakt tussen 2011 en 2020 een extra CO2-uitstoot van 27 tot 56 miljoen ton. Dat komt overeen met de uitstoot van tussen de 12 en 26 miljoen extra auto’s op de Europese wegen. "Het is belangrijk dat deze situatie wordt voorkomen. Bijmengen was juist bedoeld om klimaatverandering tegen te gaan, maar dit verergert de zaak alleen maar", zegt David Baldock, de directeur van het IEEP. Volgens Baldock moeten de EU-landen voluit gaan voor biobrandstoffen van de tweede generatie. Dan worden niet de voedingsmiddelen zelf gebruikt, zoals de maïskolf, maar de afvalresten van de maïs en andere planten. Het ontwikkelen van technieken om afvalresten om te zetten in brandstof staat echter nog in de kinderschoenen.