De uitstoot van fijnstof uit de uitlaat van dieselvoertuigen van die leeftijd (goed voor de helft van de import van oldtimers) is 80 keer hoger dan van een moderne dieselauto. Hetzelfde geldt voor oldtimers op benzine en LPG. De uitstoot van stikstofoxide van deze voertuigen is 40-100 keer hoger dan van een moderne benzineauto. De import van één oude auto van voor 1988 doet zo het effect van vele nieuwe schone auto’s teniet.

Oldtimers worden steeds vaker dagelijks gebruikt en maken meer kilometers. Recent onderzoek op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, uitgevoerd door het Planbureau voor de Leefomgeving PBL en TNO, heeft de groei, het gebruik, en het milieueffect van oldtimers in kaart gebracht. Steeds meer auto’s bereiken de leeftijd van 25 jaar. Daarnaast is er een substantiële import van auto’s van 25 jaar of ouder. Samen veroorzaken ze een jaarlijkse groei van het oldtimerwagenpark van bijna 10%. Was voorheen het gemiddelde jaarkilometrage van een oldtimer 2.000 à 3.000 km, nu is er een groeiende groep die meer dan 10.000 km per jaar rijdt. De groeiende aantallen en het groeiend gebruik versterken elkaar in hun aandeel op de weg en in de toenemende uitstoot van schadelijke uitlaatgassen.

In de komende jaren zal, zonder maatregelen, deze bijdrage nog groter worden. De rest van het wagenpark wordt gemiddeld nieuwer en daardoor schoner, maar de groep oldtimers groeit en houdt dezelfde hoge emissies. Van de verschuiving van de leeftijd van 25 jaar naar 30 jaar voor de MRB vrijstelling wordt een beperkt positief effect verwacht op deze zorgwekkende trend.

Staatssecretaris Atsma heeft eerder al gezegd dat hij wil kijken hoe de vervuiling door oldtimers kan worden aangepakt. Mogelijk kiest hij voor eenzelfde aanpak als in Duitsland en Frankrijk. Het instellen van zogenoemde milieuzones is volgens hem het meest adequate antwoord.

Bron: TNO