Stichting e-laad: taak volbracht

Marktpartijen moeten de rol van Stichting e-laad overnemen nu deze heeft aangekondigd voor de rest van 2012 te stoppen met het in behandeling nemen van aanvragen voor publieke oplaadpunten voor elektrische auto’s. Volgens de Taskforce Formule E-team pikt de markt het doorgaans goed op. Toch zijn er zorgen.

Al eerder meldde Stichting e-laad dat hun taak erop zat: de proefperiode is voorbij en het geld is op. Wel is er de intentie om ook in 2013 en 2014 in ieder geval nog te zorgen voor onderhoud en beheer van de 2.500 geplaatste publieke oplaadpunten. Deze blijven dus operationeel.

In reactie op deze mededeling heeft de Taskforce Formule E-team verschillende verontruste geluiden ontvangen van onder ander de autobranche en potentiële e-rijders. Die kritiek probeert men nu te weerleggen, aldus ALW.

De Taskforce benadrukt dat er naast de publieke laadpalen van e-laad er al zo’n 1.900 semi-publieke laadpunten zijn (op privaat terrein maar publiek toegankelijk, zoals parkeergarages) en 37 snelladers. Ook zijn er circa 1.600 private laadpunten bekend (bijvoorbeeld op kantoor). Deze aantallen groeien gestaag, zegt de Taskforce.

Daarbij is er een belangrijke rol voor gemeenten. In Rotterdam is onlangs een aanbesteding voor het plaatsen van laadpunten gewonnen door Cofely in samenwerking met EV-box. In Utrecht is de aanbesteding hiervoor in een afrondende fase. Verder stimuleren bijvoorbeeld de provincies Friesland en Brabant actief de ontwikkeling van elektrische mobiliteit.

Ook diverse marktpartijen investeren op basis van hun eigen marktstrategie in laadinfrastructuur voor EV, zegt het Formule E-team. Bij de aanschaf van een elektrische auto wordt er bijvoorbeeld een ‘laadpakket’ aangeboden (Opel, Nissan). Voor (woon-) werkverkeer kan een laadpunt op kantoor/bedrijf/parkeergarage in veel gevallen toereikend zijn. Leasevarianten spelen hierop in. Andere partijen investeren in snelladen. Rijkswaterstaat kreeg begin 2012 meer dan vijfhonderd aanvragen (onder andere van Fastned en van de ANWB) voor plaatsing van snellaadstations langs de snelweg.

Nu e-laad een andere rol gaat vervullen, zullen andere dienstverleners de uitrol van laadinfrastructuur overnemen. Voorbeelden zijn onder andere The New Motion, Greenflux, installatiebedrijf Cofely en energiebedrijven NUON, Essent en netwerkbedrijven als Liandon. Deze dienstverleners kunnen worden gecontracteerd door de gemeente (zoals nu in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht), de autodealer, de e-rijder zelf of zijn werkgever.

Punt van zorg blijft de plaatsing van laadpalen langs de openbare weg (voor e-rijders die niet beschikken over eigen parkeergelegenheid). De Taskforce vindt het uitermate belangrijk dat de uitrol van laadinfrastructuur op publiek terrein gecontinueerd wordt en zal hier de komende maanden samen met betrokken marktpartijen, waaronder ook netwerkbedrijven aan werken. Gekeken wordt onder andere naar mogelijkheden voor kostenreductie en andere financieringsmodellen.

De Taskforce roept bedrijven en organosaties op eventuele andere knelpunten te benoemen of oplossingen aan te dragen.

Bron: ALW

Stichting e-laad: taak volbracht - Automobielmanagement.nl

Stichting e-laad: taak volbracht

Marktpartijen moeten de rol van Stichting e-laad overnemen nu deze heeft aangekondigd voor de rest van 2012 te stoppen met het in behandeling nemen van aanvragen voor publieke oplaadpunten voor elektrische auto’s. Volgens de Taskforce Formule E-team pikt de markt het doorgaans goed op. Toch zijn er zorgen.

Al eerder meldde Stichting e-laad dat hun taak erop zat: de proefperiode is voorbij en het geld is op. Wel is er de intentie om ook in 2013 en 2014 in ieder geval nog te zorgen voor onderhoud en beheer van de 2.500 geplaatste publieke oplaadpunten. Deze blijven dus operationeel.

In reactie op deze mededeling heeft de Taskforce Formule E-team verschillende verontruste geluiden ontvangen van onder ander de autobranche en potentiële e-rijders. Die kritiek probeert men nu te weerleggen, aldus ALW.

De Taskforce benadrukt dat er naast de publieke laadpalen van e-laad er al zo’n 1.900 semi-publieke laadpunten zijn (op privaat terrein maar publiek toegankelijk, zoals parkeergarages) en 37 snelladers. Ook zijn er circa 1.600 private laadpunten bekend (bijvoorbeeld op kantoor). Deze aantallen groeien gestaag, zegt de Taskforce.

Daarbij is er een belangrijke rol voor gemeenten. In Rotterdam is onlangs een aanbesteding voor het plaatsen van laadpunten gewonnen door Cofely in samenwerking met EV-box. In Utrecht is de aanbesteding hiervoor in een afrondende fase. Verder stimuleren bijvoorbeeld de provincies Friesland en Brabant actief de ontwikkeling van elektrische mobiliteit.

Ook diverse marktpartijen investeren op basis van hun eigen marktstrategie in laadinfrastructuur voor EV, zegt het Formule E-team. Bij de aanschaf van een elektrische auto wordt er bijvoorbeeld een ‘laadpakket’ aangeboden (Opel, Nissan). Voor (woon-) werkverkeer kan een laadpunt op kantoor/bedrijf/parkeergarage in veel gevallen toereikend zijn. Leasevarianten spelen hierop in. Andere partijen investeren in snelladen. Rijkswaterstaat kreeg begin 2012 meer dan vijfhonderd aanvragen (onder andere van Fastned en van de ANWB) voor plaatsing van snellaadstations langs de snelweg.

Nu e-laad een andere rol gaat vervullen, zullen andere dienstverleners de uitrol van laadinfrastructuur overnemen. Voorbeelden zijn onder andere The New Motion, Greenflux, installatiebedrijf Cofely en energiebedrijven NUON, Essent en netwerkbedrijven als Liandon. Deze dienstverleners kunnen worden gecontracteerd door de gemeente (zoals nu in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht), de autodealer, de e-rijder zelf of zijn werkgever.

Punt van zorg blijft de plaatsing van laadpalen langs de openbare weg (voor e-rijders die niet beschikken over eigen parkeergelegenheid). De Taskforce vindt het uitermate belangrijk dat de uitrol van laadinfrastructuur op publiek terrein gecontinueerd wordt en zal hier de komende maanden samen met betrokken marktpartijen, waaronder ook netwerkbedrijven aan werken. Gekeken wordt onder andere naar mogelijkheden voor kostenreductie en andere financieringsmodellen.

De Taskforce roept bedrijven en organosaties op eventuele andere knelpunten te benoemen of oplossingen aan te dragen.

Bron: ALW