Wat dit laatste betreft: het Europees Parlement stemde afgelopen dinsdag in zeer ruime meerderheid voor een compromis dat ook de EU-ministers eerder al informeel hebben goedgekeurd. De nieuwe maximale uitstoot van 147g/km (dit is nu 203 g/km) in 2020 geldt voor Europese fabrikanten van bestelauto’s tot 2,6 ton ongeladen en 3,5 ton geladen en is alleen van toepassing op fabrikanten die meer dan duizend van dit soort voertuigen per jaar produceren. Om aan de eis te voldoen zullen fabrikanten meer zuinige modellen moeten maken om hun zwaardere of meer vervuilende voertuigen te compenseren en zo op een gemiddelde uitstoot van 147g/km per 2020 uit te komen, stelt RAI Vereniging. Lukt dat niet, dan staan er boetes tegenover.

Geen superkredieten na 2018

Om de huidige doelen te behalen, kunnen fabrikanten gebruik maken van ‘supercredits’ – een systeem waarin voertuigen die minder dan 50 gram CO2 /km uitstoten een zwaardere weegfactor krijgen bij de berekening van de gemiddelde uitstoot. Dit bestaande systeem zal niet worden vernieuwd en loopt af in 2018. De nieuwe doelen zullen dus zonder deze systematiek bereikt moeten worden.

‘World Light Duty Test’

Wat ook besloten is: het Europees Parlement wil de bestaande (verouderde) testprocedure voor milieuprestaties zo snel mogelijk vervangen door het nieuwe ‘World Light Duty Test’ -procedure (WLTP) van de Verenigde Naties. De uitkomst van onderhandelingen is dat de Europese Commissie zo snel mogelijk het WLTP in werking moet laten treden. In oktober vorig jaar wilde Natuur & Milieu de nieuwe testmethodiek afdwingen en ook staatssecretaris Mansveld (I&M) pleitte afgelopen zomer nog voor een snelle invoering. De Duitse Adac voert sinds 2012 een zogenaamde eco-test uit op basis van WLTP. De eerste winnaar daarin was de Toyota Prius.