Met die uitspraken probeert de European Automobile Manufacturers’ Association ACEA ‘the record straight’ te zetten. De autofabrikanten in Europa blijven bij hun uitgangspunt om de milieu-footprint van zowel de auto’s als de productie daarvan verder terug te dringen. Ook benadrukken ze nogmaals hun steun voor de ontwikkeling van nieuwe testmethoden voor het meten van de uitstoot van gevaarlijke stoffen onder normale rij-omstandigheden. Voorzitter Carlos Ghosn: "We komen met deze gezamenlijke verklaring met het oog op de COP21 conferentie over het klimaat maar ook om een antwoord te formuleren op de recente kritiek op onze sector."

Noodzaak betere testmethoden

Over de testmethoden zei Ghosn verder: "We staan helemaal achter de noodzaak om tot betere testmethoden te komen." Volgens hem pleit de sector al jaren voor een update van de bestaande laboratoriumtesten voor zowel gevaarlijke stoffen als CO2. "We hebben echter wel snel duidelijkheid nodig zodat we ook kunnen plannen. Nieuwe testen moeten het vertrouwen van klanten en regelgevers in de milieuprestaties van nieuwe auto’s herstellen." Acea wijst er tenslotte op dat de auto-industrie wereldwijd jaarlijks 41,5 miljard euro investeert in onderzoek en ontwikkeling. "Daarmee zijn we in staat om zowel de klimaatverandering als zorgen over de luchtkwaliteit het hoofd te bieden."