Dat concludeert Mathias Reynaert, onderzoeker van de Toulouse School of Economics. Reynaert keek naar de data uit de tankkaarten van Nederlandse chauffeurs met een bedrijfswagen. Samen bezochten die 27 miljoen keer het tankstation. Zo kon hij vergelijken hoe vaak de chauffeurs tankten en hoeveel kilometer ze reden. Daaruit bleek een diepe kloof tussen het echte en het officiële verbruik, en dus ook de uitstoot van CO2.

Wagens uit 2014 verbruiken zo meer dan 45 procent meer dan aangegeven. "Die kloof blijft niet beperkt tot een of enkele fabrikanten", concludeert Reynaert in de Belgische krant De Standaard. "Een gelijksoortige trend is namelijk te zien bij alle belangrijke automakers actief in Europa.” Bij Renault is het verschil tussen officiële en werkelijke prestaties het grootst. Ook bij Toyota en Ford is de kloof groot.

Het verschil groeit bovendien. "Vroeger lag het verschil tussen officieel en werkelijk verbruik vrij stabiel rond de tien procent. Maar sinds de regulering in 2009 wordt de kloof almaar dieper. Driekwart van de vooruitgang is eigenlijk het resultaat van gaming", zegt Reynaert. Hij stelt dat juist de regulering automakers heeft aangezet tot valsspelen. Zij moeten kiezen tussen grote kosten maken en de tests manipuleren. De meesten gaan voor de tweede optie, via sjoemelsoftware, maar ook door zogenaamde ‘golden vehicles’ naar de tests te sturen, wagens die tot het uiterste aangepast zijn om de test te doorstaan.