De koepel van Europese autofabrikanten Acea is ernstig verontrust over de gevolgen en noemt de doelstelling ’totaal onrealistisch gezien waar we nu staan’. “Dit dossier is  gedreven door politieke motieven, zonder dat rekening wordt gehouden met technologische en sociaal-economische werkelijkheden’’, zegt secretaris-generaal Erik Jonnaert. “Deze doelen leggen ontzettend zware eisen op aan de Europese auto-industrie. Ze vergen ook een veel sterkere opkomst van elektrische en andere alternatief-aangedreven auto’s dan momenteel mogelijk blijkt.’’ 

Ook het Duitse Verband der Automobilindustrie is woedend: “Deze regeling eist te veel en geeft te weinig terug. De Duitse auto-industrie staat voor een emissievrije mobiliteit in de toekomst. Maar dat moet wel betaalbaar en haalbaar zijn,’’ zegt voorzitter Bernard Mattes. 

“Niemand weet vandaag de dag hoe we het gestelde doel zouden kunnen bereiken. Nergens anders in de wereld gelden zulke scherpe CO2-eisen. Daarmee wordt de Europese auto-industrie in de internationale concurrentie zwaar belast. Het terechte doel van een emissievrije mobiliteit moet wel gelijk op gaan met de uitbouw van de infrastructuur, een afgewogen industriepolitiek en doelmatige maatregelen om de werkgelegenheid veilig te stellen. Die balans is niet terug te vinden bij de EU-besluiten.’’