Waterstof wordt beschouwd als een goede vervanger van diesel voor het lange-afstandstransport. Dergelijke voertuigen hebben een brandstofcel aan boord. Deze zet het waterstof om in elektriciteit, dat wordt gebruikt om de truck aan te drijven. Deze techniek stelt chauffeurs in staat om met één tankbeurt langere afstanden af te leggen dan met een elektrische truck. Ook is een tankbeurt aanmerkelijk korter dan een oplaadbeurt.

Belemmering

Echter, waterstofvoertuigen zijn zeer beperkt beschikbaar. Ook het aantal tankstations voor deze energiedrager is beperkt. Dit is een grote belemmering voor veel transporteurs om te kiezen voor een waterstoftruck. Shell, Toyota, Hyundai willen dit samen met drie andere bedrijven (gasproducent Air Liquide, fabrikant van waterstofstations Nel en truckbouwer Nikola Motor) doorbrekend door nieuwe algemene standaarden te ontwikkelen voor onderdelen van een waterstof-tankinfrastructuur. Het gaat hierbij onder meer om brandstofpompen, vulslangen en tankpistolen.

Ook wordt gekeken naar apparatuur die in de voertuigen zelf aanwezig moet zijn om het waterstof te kunnen tanken. Dit alles moet uiteindelijk resulteren in stations waar alle type waterstoftrucks terecht kunnen, net als momenteel bij diesel het geval is.

Toyota, Hyundai en Nikola zijn drie bedrijven die geloven in de toekomst van waterstofauto’s en -trucks. Ze hebben dan ook alledrie een vrachtwagen in productie die op waterstof kan rijden. Shell heeft wereldwijd al diverse tankstations waar ook waterstof beschikbaar is. Datzelfde geldt voor de Franse gasreus Air Liquide.