Het CDA ergert zich aan de ‘alleingang’ van Amsterdam waardoor bezoekers van buiten de stad straks niet meer weten waar ze aan toe zijn. ”Voor ons is het onbespreekbaar dat straks elke stad zijn eigen beleid heeft,” zegt CDA-Kamerlid Ger Koopmans tegen Het Parool. ”Dat wordt een janboel. Uiteindelijk weet een automobilist dan niet meer voor welke gemeente hij welk stickertje op de auto moet hebben.” Als hoofdstad heeft Amsterdam voor hem bovendien een bijzondere positie. ”In de hoofdstad van ons land zijn veel unieke voorzieningen gevestigd waar ook nog eens veel belastinggeld naartoe gaat. Mogen mensen met een oude auto daar dan geen gebruik meer van maken?” Vorige week presenteerde de gemeente Amsterdam het plan om vanaf volgend jaar auto’s van vóór 1992 de toegang tot het gebied binnen de ringweg A10 te ontzeggen. Met dit plan en bijvoorbeeld een opkoopregeling waarmee Amsterdammers afstand kunnen doen van hun oude auto, wil de gemeente de luchtkwaliteit verbeteren. Koopmans is overigens niet principieel tegen milieuzones en andere maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren. ”Maar laten we ons dan richten op de uitstoot en snel een landelijk of liefst Europees systeem ontwerpen. Waarom kan Amsterdam daar niet nog even op wachten?” Of wacht op de kilometerheffing,’ zegt Koopmans. Ook daarin worden berijders van een vervuilende auto immers voor een hoger bedrag aangeslagen. In vrijwillige maatregelen, zoals de opkoopregeling, kan hij zich wel vinden. Maar minister Jacqueline Cramer van Milieu vindt eigen beleid van de gemeenten een probaat middel om de luchtkwaliteit te verbeteren om in aanvulling op het beleid van het rijk specifieke problemen aan te pakken. ”In de binnenstad van Amsterdam zijn nu eenmaal andere maatregelen nodig dan in de binnenstad van Groningen,” zegt een woordvoerder. In de Volkskrant opperde vandaag een briefschrijver dat het veel efectiever voor het milieu is als Amsterdam alle auto’s van ná 1992 uit de binnenstad verbant.