In een bijdrage in De Volkskrant van 14 mei met als kop ‘Liever slimme oplossingen dan kilometerheffing’ stelt hij dat het oplossen van het fileprobleem beter kan, goedkoper en zonder risico’s. Namelijk met interactieve verkeersinformatie, het slim aanpassen van erkende knelpunten in het wegennet en in slaapsteden, en meer flexibele werktijden zodat mensen de spits kunnen mijden.

En om de CO2-uitstoot van het Nederlandse wagenpark te verminderen wijst hij invoering van kilometerbeprijzing waarbij de bpm wordt afgeschaft (en met de CO2-uitstoot wordt rekening gehouden in de kilometerprijs) af. ‘Deze differentiatie is bureaucratisch en levert geen netto milieuwinst op’, betoogt hij.

Vermeend heeft een betere oplossing. ‘De meest eenvoudige en effectieve oplossing is de bpm volledig om te zetten in een CO2-belasting. Bij aankoop van een nieuwe auto wordt de hoogte van de belasting uitsluitend bepaald door de CO2-uitstoot. Hoe minder uitstoot hoe lager de belasting die in de koopprijs van de auto is verwerkt. Door deze belasting worden niet alleen autofabrikanten gestimuleerd zuiniger auto’s te bouwen, maar ook burgers geprikkeld zuinige auto’s aan te schaffen.’

Tel uit je winst.
 

Voor de volledigheid hieronder Vermeend’s complete stuk:

Liever slimme oplossingen dan kilometerheffing

Nederland wil de kilometerheffing invoeren. Uit het artikel op de Voorkant van 13 mei blijkt duidelijk dat het technisch en financieel een zeer complex plan is. Bovendien wordt het veel onzekerder hoeveel geld er naar de schatkist zal vloeien.

Dat men in Den Haag toch voor deze optie kiest, komt omdat de aanhangers van het prijsmechanisme er de hoofdrol spelen. Zij bezien mobiliteit door een economische bril en gaan ervan uit dat accijnsverhogingen, spitsheffing, kilometerheffing en milieuheffing tot minder autokilometers leiden. Deze theorie, neergelegd in wiskundige modellen, ligt ook ten grondslag aan de invoering van kilometerbeprijzing. Alle modelberekeningen laten een afname zien van de automobiliteit, variërend van 4 procent tot 16 procent.

Voorstanders van het nieuwe systeem beschouwen deze uitkomsten als een steun in de rug. Andere modelresultaten geven daartoe echter geen aanleiding. Bij afschaffing van de aanschafbelasting (bpm) dalen zowel de prijzen van nieuwe als tweedehands auto’s. Daardoor neemt de omvang van het Nederlandse wagenpark met ruim 100.000 auto’s extra toe en worden er meer auto’s gekocht met een hoge CO2-uitstoot. Kabinet en Kamer doen er dus verstandig aan niet zonder meer af te gaan op theoretische modelberekeningen. Nog los van het feit dat deze afwijkende uitkomsten laten zien, wordt er namelijk geen rekening gehouden met de negatieve gevolgen van lastenverzwarende heffingen.

Veel automobilisten koesteren hun auto zodanig dat ze de duurdere kilometers voor lief nemen. Bovendien zijn voor een groot aantal werknemers trein, bus en fiets geen alternatief. Zo worden de ochtend- en avondspits vooral bepaald door de werktijden van automobilisten. Worden deze tijden niet aangepast of geflexibiliseerd, dan leidt het nieuwe kilometerregime met een extra congestieheffing tot betaald in de file staan.

Modelberekeningen houden er ook geen rekening mee dat het effect van heffingen op de langere termijn verwatert; er treedt gewenning op. Een bezwaar is bovendien dat autorijders met lagere inkomens door dit soort heffingen relatief het zwaarst getroffen worden. Daarnaast leiden de heffingen tot een verhoging van de lastendruk op arbeid en dat is slecht voor onze economie.

Het wordt hoog tijd dat politiek Den Haag bij complexe beleidsbeslissingen minder waarde gaat hechten aan modelberekeningen. Ze zeggen weinig over de werkelijkheid en negeren de negatieve effecten van heffingen. Nederland heffingenland heeft in eigen land vervelende gevolgen en is internationaal een slecht visitekaartje.

De hoofddoelstelling van het kabinet is de bereikbaarheid van Nederland vergroten en files verminderen. Om die doelstelling te behalen zijn, afgezien van de kilometerbeprijzing, vier alternatieve maatregelen te bedenken: aanpassing van werktijden, invoering van een landelijk verkeersmanagementsysteem (vms), slim aanpassen van erkende knelpunten in het wegennet en in slaapsteden, en door rondom de congestiegebieden met weinig doorstroming ‘Smart Office Centres’ in te richten die via internet zijn verbonden met de fysieke kantoren van werkgevers.

Met een goed vms worden automobilisten via hun mobiele telefoons of navigatiekastje op de snelste manier naar hun bestemming begeleid. Computers verzamelen alle relevante gegevens van deze ‘Connected Cars’, berekenen het optimale traject en geven permanent de actuele verkeersinformatie door via digitale borden, mobieltje, navigatie- apparatuur, verbonden auto/boardcomputer en radio. Alle noodzakelijke componenten voor de bouw van een dergelijk systeem zijn al voor handen. Zo wordt de verkeersdrukte gemeten met detectielussen in het wegdek, videocamera’s langs de weg en door middel van het volgen van de systemen in de Connected Car.

Dat laatste maakt het mogelijk actuele gegevens vanuit auto’s, zoals plaats, snelheid, afwijkingen van de geplande route, te verzenden naar het centrale systeem dat prognoses maakt over weggebruik en drukte. Het systeem maakt dus gebruik van een open ict-platform, zodat een open markt voor apparatuur en diensten kan ontstaan. Een platform waarvan aanbieders van verschillende diensten gebruik kunnen maken, zoals parkeergarages, het openbaar vervoer, carpoolafspraken, hotel-restaurantreserveringen, pech onderweg.

Een ‘fiscaal beloningstelsel’ kan het systeem extra bevorderen. Een voorbeeld daarvan is het proefproject Spitsmijden op de A12 van Zoetermeer richting Den Haag. Deelnemers konden in aanmerking komen voor een financiële beloning als ze de spits zouden mijden. Ongeveer de helft van de deelnemers reed niet meer in de spits.

Voor een succesvol verkeersmanagementsysteem is de medewerking van werkgevers noodzakelijk. Zonder de mogelijkheden van flexibele werktijden en meer thuis werken is de effectiviteit geringer. Op dit moment worden er proeven gehouden waarbij een aantal grotere werkgevers daar gezamenlijk afspraken over heeft gemaakt. Een landelijk convenant tussen de rijksoverheid en de organisaties van werkgevers/werknemers over aangepaste werktijden met een koppeling aan een vms kan de files sterk terugdringen. Het kabinet zou in dat kader de fiscale thuiswerkregeling kunnen verbeteren.

Doelstelling van het kabinet is ook de CO2-uitstoot van het Nederlandse wagenpark te verminderen. Bij invoering van de kilometerbeprijzing waarbij de bpm wordt afgeschaft, wordt met de CO2-uitstoot rekening gehouden in de kilometerprijs. Deze differentiatie is bureaucratisch en levert geen netto milieuwinst op.

De meest eenvoudige en effectieve oplossing is de bpm volledig om te zetten in een CO2-belasting. Bij aankoop van een nieuwe auto wordt de hoogte van de belasting uitsluitend bepaald door de CO2-uitstoot. Hoe minder uitstoot hoe lager de belasting die in de koopprijs van de auto is verwerkt. Door deze belasting worden niet alleen autofabrikanten gestimuleerd zuiniger auto’s te bouwen, maar ook burgers geprikkeld zuinige auto’s aan te schaffen.

Met deze effectieve aanpak moet het mogelijk zijn binnen twintig jaar de uitstoot van het Nederlandse wagenpark meer dan te halveren en krijgt Nederland het schoonste wagenpark van Europa.

Copyright: Vermeend, Willem