Dit is vernomen uit ‘betrouwbare bronnen’ rond het kabinet. Het kabinet bespreekt volgens die bronnen het voorstel komende vrijdag (30 mei). Een besluit is nog niet gevallen over het schrappen van de bpm, dat moet plaatsmaken voor de invoering van de kilometerheffing. Vorige week leek het erop dat de meest betrokken ministers het erover eens waren de bpm af te schaffen en in plaats daarvoor een heffing te leggen op de aanschaf van vervuilende auto’s. Het kabinet wil nu de bpm schrappen in een tempo waardoor hij in 2018 volledig is verdwenen. Er komt wel een evaluatiemoment in 2016. “Er kunnen ‘effecten’ zijn op de begroting die je nu niet kunt inschatten maar waarvoor je de ogen niet kunt sluiten en waardoor mogelijk een deel van de bpm behouden blijft”, aldus de bronnen. In 2016 moet de bpm tot 25 procent zijn teruggebracht. Deze afspraak zal schriftelijk vastgelegd worden. Als de aanschafbelasting daarna niet verder wordt verlaagd, zit dat niet verrekend in de kilometerheffing. Dit betekent dat de autorijder, ondanks beloftes over een kostenneutrale operatie, duurder uit zal zijn. De auto- en transportbranche benadrukt dat voor het behoud van het draagvlak van een kilometerheffing, die is voorzien voor 2011 (vrachtauto’s) en 2012 (personenauto’s), de bpm naast de wegenbelasting helemaal moet verdwijnen. Al maanden is het touwtrekken daarover tussen de meest betrokken ministeries van Financiën en Verkeer en Waterstaat. Financiën vreest gaten in de begroting. De drie planbureaus, waaronder het CPB, voorzien dat er jaarlijks 400 tot 850 miljoen euro accijnsderving optreedt als de bpm volledig opgaat in de kilometerheffing. Die zou dan zo hoog worden dat mensen minder rijden en dus minder tanken. (bron: www.autoninternationaal.nl )