De puzzel van autobelastingen heeft inmiddels het ‘duizendstukjesniveau’ bereikt. Op de drempel van de bpm-ombouw van netto catalogusprijs naar CO2-uitstoot wordt het steeds ingewikkelder om het totaalplaatje nog in elkaar te zetten. Zeker is in elk geval dat de verhoudingen vanaf 1 januari weer gaan verschuiven doordat de forse verlaging van de bpm en de opbouw van ‘uitlaatgasheffingen’ een geheel nieuwe prijslijst opleveren.
Opvallend is dat ook dat de touwtjes voor de handel worden aangetrokken. Zo pakt de regering de u-bochtconstructie voor de bpm aan. Er komen extra regels om te voorkomen dat auto’s kort in het buitenland op naam worden gesteld om ze vervolgens als gebruikt weer te importeren met bijbehorende bpm-korting. Een andere actueel handigheidje is het terugvragen van de bpm bij export van bijvoorbeeld hagelschade-auto’s om ze vervolgens weer met een lage prijs te importeren vanwege die schade. Ook dat wordt aangepakt.

In het algemeen wil het ministerie van Financiën bij export van auto’s sowieso meer zekerheden voor er sprake kan zijn van bpm-teruggaaf.  Uiteraard geldt een ‘Wacht op keuring-signaal’ bij schade bij zo’n auto als een hindernis, maar vanaf 2010 geldt ook de heel praktische eis dat het voertuig in rijdende staat verkeert.
Zoals gepland worden zogenaamde zero emission-auto’s  tot 2018 vrijgesteld van bpm.  Dat kunnen elektrische auto’s zijn, maar ook modellen met een brandstofcel. Zo lang er maar geen CO2 uit de pijp komt. In elk geval is het de bedoeling dat zakelijke rijders van zo’n auto de komende twee jaar geen bijtelling hoeven te betalen en de twee jaar daarna – om het nog ingewikkelder te maken – een zeven procent tarief.
Zie ook: ANWB vindt regels te ingewikkeld

Meer over Prinsjesdag in AM 17 van 25 september.