Het zou gaan om ongeveer een half miljoen bezwaarschriften die ondernemers samen indienen tegen de btw-aangifte over 2011. De bezwaren zijn een gevolg van een vonnis van de rechtbank in Haarlem van juni vorig jaar. Die besliste dat de rekenmethode van Financiën bij de btw-heffing voor het privégebruik van de auto botste met het zogeheten gelijkheidsbeginsel.  In Het Financieele Dagblad zegt btw-specialist Jayant Rakhan, partner bij Baker Tilly Berk, dat de Belastingdienst en het ministerie van Financiën zijn tekortgeschoten. "Het ministerie wist halverwege vorig jaar al dat de btw-correctie omstreden was. Duidelijk was dat veel ondernemers met een zakelijke auto bezwaar zouden maken tegen de btw-aanslag. Het is dan erg jammer dat het ministerie pas eind december met een besluit komt. En dat bevatte ook nog eens allerlei onduidelijkheden waarover tot op de dag van vandaag nog overleg wordt gevoerd."

Bedrijven mogen de btw die zij betalen voor het zakelijk gebruik van leaseauto’s of van auto’s die eigendom zijn van het bedrijf, aftrekken van de btw die zij moeten afdragen. Maar wanneer de zakelijke auto ook privé wordt gebruikt, mag een deel van die btw niet worden afgetrokken.  Om te voorkomen dat bedrijven een kilometeradministratie moeten bijhouden, staat de fiscus toe dat ongeacht het aantal privékilometers een vast percentage van de catalogusprijs van de betrokken auto wordt opgevoerd. Per 1 januari 2008 koppelde  Financiën deze correctie aan de milieuvriendelijkheid van de auto, zoals dat voor de loonbelasting geldt. Hoe schoner de auto, hoe lager het bijtellingspercentage.

Een belastingplichtige met een minder schone auto had hiertegen  bezwaar  gemaakt. Volgens hem mag voor hetzelfde privégebruik voor de btw niet worden gedifferentieerd tussen  vervuilende en niet vervuilende auto’s. Deze automobilist kreeg daarin gelijk en mocht corrigeren tegen het laagste bijtellingspercentage (14%). Maar, met ingang van januari 2011 heeft Financiën de bijtelling voor de schoonste, elektrische, auto’s verlaagd naar nul. Dat zou betekenen dat er geen enkele btw-correctie hoeft te worden opgevoerd. Om die aderlating (circa een half miljard euro) voor de schatkist te voorkomen, besloot staatssecretaris Frans Weekers tot een nieuw correctiepercentage van 2,7 procent van de cataloguswaarde, geldend vanaf 1 juli 2011.

Om nu te voorkomen dat iedere btw-plichtige apart een bezwaar indient, is vorige maand na overleg tussen de Belastingdienst, het ministerie, de grotere belastingadvieskantoren en branche-organisaties besloten een collectieve aanmelding mogelijk te maken. Daarover ontstond wel discussie omdat de rechter het fenomeen collectief bezwaar niet kent. Mocht het bezwaar van een ondernemer dus worden afgewezen door de inspecteur, dan is een gang naar de belastingrechter niet meer mogelijk omdat het bezwaarschrift niet ontvankelijk is.

Dit probleem heeft het ministerie opgelost door zwart op wit toe te zeggen dat de fiscus uit eigen beweging tegemoet zal komen aan het collectief bezwaar, als de rechter in nog te voeren procedures de btw-plichtige gelijk geeft.

Het is zaak dat er snel duidelijkheid komt. De wettelijke termijn om bezwaar te maken tegen een btw-aangifte, is zes weken na indiening ervan. Sommige ondernemers hebben al op 2 januari aangifte gedaan.  (bron: Het Financieele Dagblad)