"We leggen aan elk EU-land een minimum voor het aantal openbare oplaadpunten op", aldus de Commissie in zijn ‘Strategie voor schone brandstoffen’ waarin elektrische voertuigen de hoofdrol spelen. Brussel berekent dat er aan het eind van dit decennium zeker acht miljoen oplaadpunten zullen zijn, als je die in bedrijfsgarages en bij particulieren thuis allemaal meetelt. In de visie van de Commissie moet minstens tien procent daarvan openbaar beschikbaar zijn.

De EU gaat bovendien proberen de stopcontacten en stekkers te harmoniseren zodat niet steeds aparte omschakelapparaatjes in de auto nodig zijn. Een op zich al ambitieus idee want in bijna veertig jaar Europese samenwerking is het nog nooit gelukt overal dezelfde stekkers en stopcontacten voor de ‘gewone’ elektriciteit in te voeren. Aan het hele project voor de oplaadpunten hangt bovendien wel een fors prijskaartje van acht miljard euro.

De Commissie denkt verder dat er behalve het gebrek aan oplaadpunten nog twee andere hinderpalen voor schone brandstoffen bestaan: de hoge prijs van de voertuigen en de  weerstand van de consumenten. Dat alles vormt een soort voortdurende vicieuze cirkel: er worden geen tankstations gebouwd omdat er niet genoeg voertuigen zijn en de voertuigen worden niet tegen concurrerende prijzen aangeboden omdat er niet genoeg vraag is. De consumenten laten op hun beurt deze voertuigen links liggen omdat de kostprijs te hoog is en er onvoldoende tankstations zijn.