Daarvoor stemde dinsdag een nipte meerderheid van het Europees Parlement naar aanleiding van het dieselschandaal bij Volkswagen.

De EU-landen zijn zelf verantwoordelijk voor de handhaving van de emissienorm en het toelaten van auto’s. In Nederland moet de Rijksdienst voor Wegverkeer (RDW) dat doen.

Brussel wil hierin een rol spelen. Maar onder anderen minister van Infrastructuur en Milieu Melanie Schultz van Haegen vindt een Europese toezichthouder niet nodig.

Europarlementariër Bas Eickhout spreekt van een ”klap op de vuurpijl”. ”Normaal gesproken huiveren de meeste politieke partijen hiervoor. Het Volkswagenschandaal heeft echter ook bij hen bevestigd dat business as usual rondom de Europese auto-industrie geen optie is.”

Tevreden

Het CDA is ook tevreden. ”Het is van de zotte dat wij door de Amerikanen op deze misstand gewezen moesten worden”, reageert EU-parlementariër Annie Schreijer-Pierik. ”Het laat zien dat nationale toezichthouders hebben verzaakt en de controle verbeterd moet worden.”

Het Europees Parlement eiste verder dat met de nieuwe testprocedure die de werkelijke uitstoot van dieselauto’s meet niet mag worden gemarchandeerd.

De foutmarges in de zogeheten Real Driving Emissions-test moeten tot een minimum worden beperkt, en de lidstaten zouden geen overgangsfase moeten invoeren waarin de normen mogen worden overschreden.

Onacceptabel

D66-Europarlementariër Gerben-Jan Gerbrandy vindt het ”onacceptabel” dat de EU-lidstaten niet open zijn over hun positie. ”Sommige landen schijnen nog jaren een uitstoot te willen toestaan die 300 procent boven de wettelijke normen uitgaat.”

De Europese Commissie werkt aan nieuwe wetgeving. EU-commissaris El?bieta Bienkowska (Interne Markt) zei maandagavond dat de lidstaten ”heel dicht” bij haar ”ambitieuze maar realistische” voorstel blijven. Dat zou betekenen dat nieuwe dieselwagens de norm voor de uitstoot van stikstof tot 2019 met 60 procent mogen overschrijden.

Voor een breed parlementair onderzoek naar het schandaal was geen meerderheid.