Hoe ga je om met waterstof in de werkplaats?

Waterstof is een serieuze optie als alternatieve energiedrager naast batterij-elektrische auto’s, nog los van tal van andere mogelijke toepassingen. Heel beperkt zijn er al wat waterstofauto’s in ons land. Hoe ga je daarmee om in de werkplaats?

“Feitelijk bestaan er voor in de werkplaats nog geen wettelijke regelingen”, zegt Leon Gordijn, Services Manager van Hyundai Motor Nederland. “Er bestaat wel een ATEX-richtlijn (153) voor omgang met explosieve stoffen en dat is weer onderdeel van de ARBO-wet, maar dat is veel te algemeen. Hieronder valt bijvoorbeeld ook de omgang met LPG in de werkplaats”. We moeten het dus een heel eind zelf bedenken, merkt technisch specialist Marco de Vos op.

Merken op de drempel

Vrijwel de hele auto-industrie is al jaren bezig met de ontwikkeling van auto’s met een brandstofcel – een heel verkeerd woord eigenlijk – waarin waterstofgas in contact wordt gebracht met zuurstof, waardoor elektriciteit vrijkomt en zuiver water als bijproduct. In het algemeen wordt gedacht dat waterstof heel gevaarlijk spul is en daardoor niet geschikt voor auto’s. Dat is niet terecht. Door de veiligheidssystemen in de auto en voldoende maatregelen in de werkplaats als de auto in onderhoud of reparatie is, ligt het risico op brand of explosie niet hoger dan bij een auto op benzine of LPG.

Licht en beweeglijk

“Een belangrijke eigenschap van waterstofgas is bijvoorbeeld dat het wel veertien keer lichter is dan lucht”, merkt Gordijn op. “Het is ook enorm beweeglijk en daardoor reageert het heel sterk op luchtstromen, zoals bijvoorbeeld een deur die opengaat, laat staan een roldeur van een werkplaats. Dit heeft het voordeel, dat als het al vrijkomt, het razendsnel opstijgt, tot aan het plafond. Daardoor is het ook relatief gemakkelijk af te zuigen, want het wil snel naar boven. Via het waterstofplatform en onder meer de RAI en de NEN zijn inmiddels werkgroepen opgezet, om één en ander zoveel mogelijk identiek te regelen. De weinige merken die nu al heel concreet waterstofauto’s hebben in ons land (Hyundai en Toyota – red.) zitten hier natuurlijk in, maar het kan uiteraard  dat andere merken ook nog willen toetreden.”

Stappenplan

Gordijn: “Wanneer een Hyundai-dealer wil gaan werken met waterstof, beschikken wij over een stappenplan dat moet worden doorlopen. Om te beginnen moet er een ‘Explosie Veiligheid Document’ (EVD) worden opgesteld door een gecertificeerde veiligheidsdeskundige, waarin vastligt wat er echt nodig is en op welke punten de werkplaats eventueel moet worden aangepast. Een volgende stap is training van het dealerpersoneel dat hiermee te maken krijgt. Hiervoor hebben we in Sassenheim een nieuwe trainingsruimte beschikbaar. Bij die training behoort naast de techniek ook de omgang met speciaal gereedschap en uiteraard de veiligheid. Ondertussen moet alles goed worden gedocumenteerd en de inrichting van de werkplaatsen van de betreffende dealers moet worden aangepast”.

Eén werkplek voor waterstofauto’s

In elke werkplaats moet één vaste werkplek voor waterstofauto’s komen. Daarboven komt een afzuiginstallatie. Dat is een ventilator die automatisch inschakelt, wanneer dat nodig is. Om die te activeren, zijn sensoren nodig, die al reageren op een ‘Lowest Explosion Level’ van 4 procent, maar er zijn er intussen al die reageren op 2 procent waterstof in de lucht. Dit soort sensoren zit tegen het plafond, waar waterstof snel heen gaat, en bij de hefbrug, dus dicht bij de bron. “Wat ook belangrijk is”, gaat Marco de Vos verder, “is dat zowel de motor van die ventilator, maar ook bijvoorbeeld de bediening van de brug is uitgevoerd met vonkvrije motoren. Het laatste wat je wilt is dat een minimale vonk dat gas laat ontbranden. Voor zo’n hele installatie is uiteindelijk een NEN-certificering nodig. Overigens is het ook belangrijk om te benadrukken dat er ook in de auto’s af fabriek al veel veiligheden zijn ingebouwd. In onze eigen, onlangs geheel vernieuwde werkplaats hebben we voornoemde aandachtspunten uiteraard direct verwerkt”.

Zes dealers

“Voorlopig hebben we zes waterstof gecertificeerde dealers in het land”, zegt Leon Gordijn. “Van der Linden in Zoetermeer, Herwers in Arnhem, Groenewold & Dijkhuizen in Delfzijl, Oostendorp in Helmond, Barten in Amsterdam en H-point in Dordrecht. Dat zijn dealers die op strategische plekken zitten of zelf al heel actief zijn op H2-gebied. Intussen is ook Autoschade Waddinxveen gecertificeerd om schades aan Hyundai waterstofauto’s te herstellen”.

Centralisatie gewenst

Is het niet logischer om dit centraal en wereldwijd te organiseren en bedenken, vanuit de fabriek? “Dat is het hele punt”, volgens Gordijn. “De basiskennis komt wel uit de fabriek, maar de omgang met die risico’s is per land zo’n beetje verschillend. Sterker nog, in Nederland hebben we te maken met individuele gemeenten en bijvoorbeeld brandweerregio’s en daar blijkt geen overkoepelend orgaan boven te zitten. In elke regio bestaan weer andere richtlijnen en daarmee krijgen we dus per dealer te maken. Los daarvan zien we ook dat bij verschillende instanties veel onbekendheid rond deze materie bestaat, wat ook weer niet gek is, ze hebben er nog nooit mee te maken gehad.” Marco de Vos: “Voorlopig is dit heel leuk om te doen. We zijn zo echt lekker aan het pionieren!”

Dit artikel verscheen eerder in AM april 2020

Hoe ga je om met waterstof in de werkplaats? - Automobielmanagement.nl

Hoe ga je om met waterstof in de werkplaats?

Waterstof is een serieuze optie als alternatieve energiedrager naast batterij-elektrische auto’s, nog los van tal van andere mogelijke toepassingen. Heel beperkt zijn er al wat waterstofauto’s in ons land. Hoe ga je daarmee om in de werkplaats?

“Feitelijk bestaan er voor in de werkplaats nog geen wettelijke regelingen”, zegt Leon Gordijn, Services Manager van Hyundai Motor Nederland. “Er bestaat wel een ATEX-richtlijn (153) voor omgang met explosieve stoffen en dat is weer onderdeel van de ARBO-wet, maar dat is veel te algemeen. Hieronder valt bijvoorbeeld ook de omgang met LPG in de werkplaats”. We moeten het dus een heel eind zelf bedenken, merkt technisch specialist Marco de Vos op.

Merken op de drempel

Vrijwel de hele auto-industrie is al jaren bezig met de ontwikkeling van auto’s met een brandstofcel – een heel verkeerd woord eigenlijk – waarin waterstofgas in contact wordt gebracht met zuurstof, waardoor elektriciteit vrijkomt en zuiver water als bijproduct. In het algemeen wordt gedacht dat waterstof heel gevaarlijk spul is en daardoor niet geschikt voor auto’s. Dat is niet terecht. Door de veiligheidssystemen in de auto en voldoende maatregelen in de werkplaats als de auto in onderhoud of reparatie is, ligt het risico op brand of explosie niet hoger dan bij een auto op benzine of LPG.

Licht en beweeglijk

“Een belangrijke eigenschap van waterstofgas is bijvoorbeeld dat het wel veertien keer lichter is dan lucht”, merkt Gordijn op. “Het is ook enorm beweeglijk en daardoor reageert het heel sterk op luchtstromen, zoals bijvoorbeeld een deur die opengaat, laat staan een roldeur van een werkplaats. Dit heeft het voordeel, dat als het al vrijkomt, het razendsnel opstijgt, tot aan het plafond. Daardoor is het ook relatief gemakkelijk af te zuigen, want het wil snel naar boven. Via het waterstofplatform en onder meer de RAI en de NEN zijn inmiddels werkgroepen opgezet, om één en ander zoveel mogelijk identiek te regelen. De weinige merken die nu al heel concreet waterstofauto’s hebben in ons land (Hyundai en Toyota – red.) zitten hier natuurlijk in, maar het kan uiteraard  dat andere merken ook nog willen toetreden.”

Stappenplan

Gordijn: “Wanneer een Hyundai-dealer wil gaan werken met waterstof, beschikken wij over een stappenplan dat moet worden doorlopen. Om te beginnen moet er een ‘Explosie Veiligheid Document’ (EVD) worden opgesteld door een gecertificeerde veiligheidsdeskundige, waarin vastligt wat er echt nodig is en op welke punten de werkplaats eventueel moet worden aangepast. Een volgende stap is training van het dealerpersoneel dat hiermee te maken krijgt. Hiervoor hebben we in Sassenheim een nieuwe trainingsruimte beschikbaar. Bij die training behoort naast de techniek ook de omgang met speciaal gereedschap en uiteraard de veiligheid. Ondertussen moet alles goed worden gedocumenteerd en de inrichting van de werkplaatsen van de betreffende dealers moet worden aangepast”.

Eén werkplek voor waterstofauto’s

In elke werkplaats moet één vaste werkplek voor waterstofauto’s komen. Daarboven komt een afzuiginstallatie. Dat is een ventilator die automatisch inschakelt, wanneer dat nodig is. Om die te activeren, zijn sensoren nodig, die al reageren op een ‘Lowest Explosion Level’ van 4 procent, maar er zijn er intussen al die reageren op 2 procent waterstof in de lucht. Dit soort sensoren zit tegen het plafond, waar waterstof snel heen gaat, en bij de hefbrug, dus dicht bij de bron. “Wat ook belangrijk is”, gaat Marco de Vos verder, “is dat zowel de motor van die ventilator, maar ook bijvoorbeeld de bediening van de brug is uitgevoerd met vonkvrije motoren. Het laatste wat je wilt is dat een minimale vonk dat gas laat ontbranden. Voor zo’n hele installatie is uiteindelijk een NEN-certificering nodig. Overigens is het ook belangrijk om te benadrukken dat er ook in de auto’s af fabriek al veel veiligheden zijn ingebouwd. In onze eigen, onlangs geheel vernieuwde werkplaats hebben we voornoemde aandachtspunten uiteraard direct verwerkt”.

Zes dealers

“Voorlopig hebben we zes waterstof gecertificeerde dealers in het land”, zegt Leon Gordijn. “Van der Linden in Zoetermeer, Herwers in Arnhem, Groenewold & Dijkhuizen in Delfzijl, Oostendorp in Helmond, Barten in Amsterdam en H-point in Dordrecht. Dat zijn dealers die op strategische plekken zitten of zelf al heel actief zijn op H2-gebied. Intussen is ook Autoschade Waddinxveen gecertificeerd om schades aan Hyundai waterstofauto’s te herstellen”.

Centralisatie gewenst

Is het niet logischer om dit centraal en wereldwijd te organiseren en bedenken, vanuit de fabriek? “Dat is het hele punt”, volgens Gordijn. “De basiskennis komt wel uit de fabriek, maar de omgang met die risico’s is per land zo’n beetje verschillend. Sterker nog, in Nederland hebben we te maken met individuele gemeenten en bijvoorbeeld brandweerregio’s en daar blijkt geen overkoepelend orgaan boven te zitten. In elke regio bestaan weer andere richtlijnen en daarmee krijgen we dus per dealer te maken. Los daarvan zien we ook dat bij verschillende instanties veel onbekendheid rond deze materie bestaat, wat ook weer niet gek is, ze hebben er nog nooit mee te maken gehad.” Marco de Vos: “Voorlopig is dit heel leuk om te doen. We zijn zo echt lekker aan het pionieren!”

Dit artikel verscheen eerder in AM april 2020