De toekomst van olie als autobrandstof

In 1904 gaf commercieel directeur Vischer van de Daimler Motorengesellschaft aan dat de ‘explosiemotor’ nog benzine gebruikte als brandstof, maar dat dit in een later stadium wellicht door alcohol vervangen zou worden. De hoeveelheid benzine zou in de toekomst weleens uitgeput kunnen raken en alcohol kon gewoon op vele manieren gemaakt worden.

Drie jaar later steeg de benzineprijs in korte tijd van 12 naar 24 cent per liter. In 1913 werd al ‘een benzinecrisis’ voorspeld door Leonard Lang, de latere auto-importeur. Dit gaf aan dat voordat de benzine de prijs van champagne had benaderd, er naar goede alternatieven gekeken moest worden en dat de bronnen van steenkool en petroleum aan het opdrogen waren. Om de materie in perspectief te zien: de gehele olieproductie van 1913 nam honderd jaar in 2013 nog niet eens vijf dagen in beslag.

 

Strategische olieprijs

Behalve dat de oliemarkt geen open markt is, getuige de regulering en subsidiering in landen als Saoedi-Arabië, Venezuela en China, zijn er meer tekenen die erop wijzen dat olieprijzen niet geheel via een marktmechanisme tot stand komen. De leden van de OPEC zoeken een olieprijs  die hoog genoeg is om voldoende winst te maken, terwijl de vraag nauwelijks afneemt. Als de olieprijs tussen 90 en 110 dollar per vat ligt, is die afname in de vraag er vrijwel niet. Bovendien worden hogere prijzen geremd vanwege de ontwikkeling van onconventionele olievelden en nieuwe productiemethoden. In de VS zegt men in dit kader  ‘the cure for high prices is high prices’. In 1899 werd het Kern River-olieveld in Californië ontdekt. Tot 1944 werden daar 278 miljoen vaten uitgehaald en toen werd de voorraad geschat op 54 miljoen vaten. In de loop der tijd werd de voorraad steeds bijgesteld en inmiddels zijn er twee miljard vaten uitgehaald en nu wordt de resterende voorraad geschat op 627 miljoen vaten.

 

Onconventionele oliën

Ondanks het voorgaande wordt conventionele olie schaarser. Maar indien wordt gekeken naar de voorraden onconventionele oliën, die onder de honderd dollar per vat (van 159 liter) te produceren zijn, zoals zware bitumen, olieschalie en gas- en coal-to-liquids, dan kunnen we op basis van het huidige verbruik nog zo’n 250 jaar vooruit. Tellen we de teerzanden er ook nog bij op, dan hebben we volgens de Erste Group Bank nog voor 500 jaar.

 

Groei wagenpark wereldwijd

Het mondiale wagenpark zal tussen nu en 2035 vrijwel verdubbelen naar zo’n 1,9 miljard auto’s. Dat betekent niet dat er veel meer gebruikgemaakt zal worden van de voorraad olie omdat auto’s steeds zuiniger worden. De afgelopen veertig jaar is het verbruik van auto’s meer dan gehalveerd, gemeten volgens reële tests. Deze trend zal zich doorzetten de komende jaren, veelal ook vanwege hybridisatie. De druk op de olievoorraad door het groeiende wagenpark op de olievoorraden neemt daardoor niet toe. Wel wordt olie relatief steeds duurder ten opzichte van bijvoorbeeld zonne-energie omdat het meer moeite kost olie uit de grond te halen of te maken vanuit gas of kolen – én omdat zonnecellen rap goedkoper worden. Dit zorgt ervoor dat elektrisch rijden een steeds beter alternatief zal vormen. 

 

Verkeerde informatie

Tussen 1971 en nu is Jan Modaal qua inkomen er een factor 6,2 op vooruitgegaan en is de benzine een factor 5,9 gestegen. Omdat de auto’s een stuk zuiniger zijn geworden kost ‘een kilometer benzine’ nu veel minder dan voor de grote prijsstijgingen na de eerste en tweede oliecrisis. Mar de opwarming van de aarde wordt daardoor niet teniet gedaan, net zoals ook niet door het opwekken van energie uit kolencentrales. De elektrische auto heeft het marktaandeel van de wankelmotor in de jaren zeventig nog niet gehaald, maar het zal naar alle verwachting niet lang meer duren tot dat wel gebeurt, zeker als de lang verwachte doorbraak in accutechnologie er komt. De ontwikkeling van de verbrandingsmotor zal zich ook de komende decennia voortzetten – vrachtautofabrikanten werken nu al aan motoren die vijftig procent efficiency zullen halen. De verbrandingsmotor zal blijven bestaan naast plug-ins, elektrische auto’s en wellicht brandstofcelauto’s. Bovendien zullen vaker alternatieve brandstoffen in combinatie met de conventionele verbrandingsmotor worden gebruikt om aan toekomstige CO2-eisen te voldoen.

Al deze variaties gaan extra druk leggen op de informatievoorziening vanuit auto-importeurs en werkplaatsen en salesafdelingen van dealers en universele autobedrijven. Dit feit wordt nog eens versterkt doordat de klant steeds meer geïnformeerd (c.q. verkeerd geïnformeerd) zijn keuze zal willen maken en de time-to-market van nieuwe producten steeds verder afneemt.

 

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Automobiel Management Magazine van oktober 2014. Het is geschreven door Jan Wouters, autotechnisch ingenieur en directeur van het Nederlands Centrum voor Autotechnische Documentatie (NCAD) in Helmond, als deel van een serie artikelen als voorbereiding op het Driving Business Event voor Duurzame Mobiliteit (Auto 2019) in december 2014.   

 

 

Reacties

Misschien moeten we alle discussies over uitstoot, milieu, wel of niet opraken van brandstoffen eens terzijde leggen en constateren dat elektrisch rijden stil, super prettig en ook nog eens sportief kan zijn. McLaren P1, Mercedes S500 Hybrid, Porsche 918, BMW i8, Tesla Model S, Lamborghini Asterion. Elektrisch is premium. Brandstof is de onderkant van de markt. De kaarten zijn geschud.

Geplaatst door: Huib op

Dat is prima. Echter de wereld is een stuk complexer dan wat ieder individu afzonderlijk wenst. De belangen van de olie- en auto-industrie zijn vaak gelijk aan de belangen van centrale overheden vanwege de toegevoegde waarde aan het BBP, vooral omdat er hoge belastingen geheven kunnen worden op goedkope producten (zoals de auto met verbrandingsmotor).

Geplaatst door: Jan Wouters op
De toekomst van olie als autobrandstof - Automobielmanagement.nl

De toekomst van olie als autobrandstof

In 1904 gaf commercieel directeur Vischer van de Daimler Motorengesellschaft aan dat de ‘explosiemotor’ nog benzine gebruikte als brandstof, maar dat dit in een later stadium wellicht door alcohol vervangen zou worden. De hoeveelheid benzine zou in de toekomst weleens uitgeput kunnen raken en alcohol kon gewoon op vele manieren gemaakt worden.

Drie jaar later steeg de benzineprijs in korte tijd van 12 naar 24 cent per liter. In 1913 werd al ‘een benzinecrisis’ voorspeld door Leonard Lang, de latere auto-importeur. Dit gaf aan dat voordat de benzine de prijs van champagne had benaderd, er naar goede alternatieven gekeken moest worden en dat de bronnen van steenkool en petroleum aan het opdrogen waren. Om de materie in perspectief te zien: de gehele olieproductie van 1913 nam honderd jaar in 2013 nog niet eens vijf dagen in beslag.

 

Strategische olieprijs

Behalve dat de oliemarkt geen open markt is, getuige de regulering en subsidiering in landen als Saoedi-Arabië, Venezuela en China, zijn er meer tekenen die erop wijzen dat olieprijzen niet geheel via een marktmechanisme tot stand komen. De leden van de OPEC zoeken een olieprijs  die hoog genoeg is om voldoende winst te maken, terwijl de vraag nauwelijks afneemt. Als de olieprijs tussen 90 en 110 dollar per vat ligt, is die afname in de vraag er vrijwel niet. Bovendien worden hogere prijzen geremd vanwege de ontwikkeling van onconventionele olievelden en nieuwe productiemethoden. In de VS zegt men in dit kader  ‘the cure for high prices is high prices’. In 1899 werd het Kern River-olieveld in Californië ontdekt. Tot 1944 werden daar 278 miljoen vaten uitgehaald en toen werd de voorraad geschat op 54 miljoen vaten. In de loop der tijd werd de voorraad steeds bijgesteld en inmiddels zijn er twee miljard vaten uitgehaald en nu wordt de resterende voorraad geschat op 627 miljoen vaten.

 

Onconventionele oliën

Ondanks het voorgaande wordt conventionele olie schaarser. Maar indien wordt gekeken naar de voorraden onconventionele oliën, die onder de honderd dollar per vat (van 159 liter) te produceren zijn, zoals zware bitumen, olieschalie en gas- en coal-to-liquids, dan kunnen we op basis van het huidige verbruik nog zo’n 250 jaar vooruit. Tellen we de teerzanden er ook nog bij op, dan hebben we volgens de Erste Group Bank nog voor 500 jaar.

 

Groei wagenpark wereldwijd

Het mondiale wagenpark zal tussen nu en 2035 vrijwel verdubbelen naar zo’n 1,9 miljard auto’s. Dat betekent niet dat er veel meer gebruikgemaakt zal worden van de voorraad olie omdat auto’s steeds zuiniger worden. De afgelopen veertig jaar is het verbruik van auto’s meer dan gehalveerd, gemeten volgens reële tests. Deze trend zal zich doorzetten de komende jaren, veelal ook vanwege hybridisatie. De druk op de olievoorraad door het groeiende wagenpark op de olievoorraden neemt daardoor niet toe. Wel wordt olie relatief steeds duurder ten opzichte van bijvoorbeeld zonne-energie omdat het meer moeite kost olie uit de grond te halen of te maken vanuit gas of kolen – én omdat zonnecellen rap goedkoper worden. Dit zorgt ervoor dat elektrisch rijden een steeds beter alternatief zal vormen. 

 

Verkeerde informatie

Tussen 1971 en nu is Jan Modaal qua inkomen er een factor 6,2 op vooruitgegaan en is de benzine een factor 5,9 gestegen. Omdat de auto’s een stuk zuiniger zijn geworden kost ‘een kilometer benzine’ nu veel minder dan voor de grote prijsstijgingen na de eerste en tweede oliecrisis. Mar de opwarming van de aarde wordt daardoor niet teniet gedaan, net zoals ook niet door het opwekken van energie uit kolencentrales. De elektrische auto heeft het marktaandeel van de wankelmotor in de jaren zeventig nog niet gehaald, maar het zal naar alle verwachting niet lang meer duren tot dat wel gebeurt, zeker als de lang verwachte doorbraak in accutechnologie er komt. De ontwikkeling van de verbrandingsmotor zal zich ook de komende decennia voortzetten – vrachtautofabrikanten werken nu al aan motoren die vijftig procent efficiency zullen halen. De verbrandingsmotor zal blijven bestaan naast plug-ins, elektrische auto’s en wellicht brandstofcelauto’s. Bovendien zullen vaker alternatieve brandstoffen in combinatie met de conventionele verbrandingsmotor worden gebruikt om aan toekomstige CO2-eisen te voldoen.

Al deze variaties gaan extra druk leggen op de informatievoorziening vanuit auto-importeurs en werkplaatsen en salesafdelingen van dealers en universele autobedrijven. Dit feit wordt nog eens versterkt doordat de klant steeds meer geïnformeerd (c.q. verkeerd geïnformeerd) zijn keuze zal willen maken en de time-to-market van nieuwe producten steeds verder afneemt.

 

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Automobiel Management Magazine van oktober 2014. Het is geschreven door Jan Wouters, autotechnisch ingenieur en directeur van het Nederlands Centrum voor Autotechnische Documentatie (NCAD) in Helmond, als deel van een serie artikelen als voorbereiding op het Driving Business Event voor Duurzame Mobiliteit (Auto 2019) in december 2014.   

 

 

Reacties

Misschien moeten we alle discussies over uitstoot, milieu, wel of niet opraken van brandstoffen eens terzijde leggen en constateren dat elektrisch rijden stil, super prettig en ook nog eens sportief kan zijn. McLaren P1, Mercedes S500 Hybrid, Porsche 918, BMW i8, Tesla Model S, Lamborghini Asterion. Elektrisch is premium. Brandstof is de onderkant van de markt. De kaarten zijn geschud.

Geplaatst door: Huib op

Dat is prima. Echter de wereld is een stuk complexer dan wat ieder individu afzonderlijk wenst. De belangen van de olie- en auto-industrie zijn vaak gelijk aan de belangen van centrale overheden vanwege de toegevoegde waarde aan het BBP, vooral omdat er hoge belastingen geheven kunnen worden op goedkope producten (zoals de auto met verbrandingsmotor).

Geplaatst door: Jan Wouters op