Big data-congres BOVAG: automotivesector moet inhaalslag maken [deel 1]

Nu autokopers zich meer en meer bewust worden van de data die de hedendaagse ‘connected car’ verzamelt, is de autobranche aan zet om duidelijk te maken welke data wordt verzameld en wat dit de berijder oplevert. Onder meer de ANWB pleit daarbij voor een centrale database waarin autokopers zelf kunnen aangeven welke data gebruikt kunnen worden en door wie. Dat was één van de conclusies die naar voren kwam uit het big data-congres dat de BOVAG onlangs organiseerde.

Big data-congres BOVAG: automotivesector moet inhaalslag moet maken

Autokopers willen steeds meer connectiviteitstoepassingen, maar dat levert tegelijkertijd datastromen op die menigeen doen afvragen hoe het eigenlijk met de privacy is gesteld. Dit was dan ook één van de centrale thema’s tijdens het big data-congres van de Bovag in Den Haag. Volgens de brancheorganisatie kan connectiviteit een schat aan informatie opleveren, maar zaken als het rijgedrag en de locatie hoeven daarbij niet per se te worden doorgegeven. Autofabrikanten versleutelen informatie die niet benodigd is voor de door hen aangeboden connectiviteitssystemen, maar tal van partijen hebben aftermarket-producten ontwikkeld die deze codes kraken en alsnog beschikbaar stellen aan verzekeraars en autodealers, bijvoorbeeld door middel van apps. "De vraag is of berijders zich bewust zijn van de datastroom die dat oplevert", zo stelt Bertho Eckhardt, voorzitter van de Bovag. "We staan aan de vooravond van een grootschalige battle for data. Partijen die de data op de juiste manier gebruiken, hebben de macht."
 

Opvallend daarbij is dat het overgrote deel van de aanwezigen – werkzaam in de autobranche, de leasesector of dienstverleners – big data als kans zien, maar er zijn toch ook discussiedeelnemers die kanttekens plaatsen. "Het probleem is dat de data nog niet goed kunnen worden ontsloten, we beschikken nog niet over de juiste apparatuur in de auto om de juiste data voor de klant te ontsluiten", is bijvoorbeeld de mening van Marco van Beek van het gelijknamige autobedrijf.
Eckhardt pleit voor het creëren van een level playing field waarin ondernemers zelf kunnen bepalen hoe ze te werk gaat. "De macht moet bij de consument liggen, die moet bepalen welke informatie al dan niet beschikbaar komt. Bedrijven uit de autobranche moeten met hun klanten in overleg gaan om te kijken welke behoeften er zijn en daarop inspelen."

Macht van leverancier naar consument
Data verzamelen is geen doel op zich, zo vindt ook Roel van den Berg, één van de sprekers tijdens het evenement. De eigenaar van netwerkorganisatie Access to Quality was voorheen werkzaam bij Ahold. "Toen Albert Heijn de Bonuskaart lanceerde, werd er heel veel informatie verzameld, maar daar gebeurde eigenlijk niets mee. Die database werd na een paar maanden simpelweg geleegd." Volgens hem is er een dunne scheidslijn tussen klantloyaliteit en het schenden van de privacy, wat voor disloyaliteit zorgt. Hij denkt dat er een kantelpunt bereikt is. "De macht gaat van de leverancier naar de consument, die gaat bepalen aan wie hij zijn data gaat geven. Vervolgens is het de kunst om waarde te creëren waar de klant behoefte aan heeft en daar een platform voor te maken. Het gaat niet om de big data, maar om de data die een toegevoegde waarde heeft." Volgens Jan-Bert Dijkstra van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu zit hem daarin de crux. "De hoeveelheid data zal met een factor tien of twintig gaan stijgen in de komende jaren, het wordt steeds moeilijker om die relevant te maken. Ook moet de data betrouwbaar zijn, want als bestuurders worden gewaarschuwd voor files die er niet staan, dan slaan ze de adviezen in de wind."  

Angst en onwetendheid
Volgens tal van aanwezigen moet er voor het managen van alle data een grote database worden ontwikkeld door een onafhankelijke partij waarin berijders zelf kunnen bepalen welke data ze wel en niet willen delen – en met wie. Dat doet onder meer Marga de Jager, directeur Verenging en Marketing bij de ANWB. "Consumenten moeten altijd kunnen bepalen wat er met hun data gebeurt. Er is nu nog veel angst en onwetendheid, negen op de tien consumenten maakt zich zorgen over het gebruik van de data en de mogelijkheid dat hun auto gehackt wordt." Volgens haar hebben mensen op dit moment nog geen idee wat ze met connected services moeten. "Op het moment is nog maar zo’n drie procent van de auto’s voorzien van connectiviteit, maar dat percentage stijgt snel, dus de autobranche moet daar echt mee aan de slag." Zij adviseert tevens om consumenten te betrekken bij de ontwikkeling van apps, zodat ze bereid zijn om de hiervoor benodigde data af te staan. Een andere spreker tijdens het congres, Cornelis Kit van het tijdschrift AutoWeek, benadrukt eveneens het belang van een centrale database. "Daarin zouden berijders aan de hand van het chassisnummer kunnen instellen aan wie ze de data beschikbaar stellen en voor welke periode", is hij van mening. "Als er een gestandaardiseerde methode komt voor de opslag van data, zouden gebruikers zelf via opt-in of opt-out kunnen bepalen wie die mag gebruiken. Veel mensen hebben geen idee wie er met hun data aan de haal gaat. Door de smartphone te koppelen, staat bijvoorbeeld je complete adressenlijst in de auto, die gedeeld zou kunnen worden met een autofabrikant. Daar is lang niet iedereen zich van bewust."
Big data kan de positie van de consument echter ook versterken, zo vindt Sandra Molenaar van de ANWB. "Als een auto bijvoorbeeld diagnosegegevens aan de gebruiker verstrekt, wordt die minder afhankelijk van dealerbedrijven. Het lijkt me echter niet noodzakelijk dat een autodealer weet waar ik rijd."
 

In het vervolg op dit artikel de rol van de importeurs, het ‘bloedbad’ wat gaande is volgens Hans Brouwhuis van chipfabrikant NXP en het standpunt van de BOVAG. 

Big data-congres BOVAG: automotivesector moet inhaalslag maken [deel 1] - Automobielmanagement.nl

Big data-congres BOVAG: automotivesector moet inhaalslag maken [deel 1]

Nu autokopers zich meer en meer bewust worden van de data die de hedendaagse ‘connected car’ verzamelt, is de autobranche aan zet om duidelijk te maken welke data wordt verzameld en wat dit de berijder oplevert. Onder meer de ANWB pleit daarbij voor een centrale database waarin autokopers zelf kunnen aangeven welke data gebruikt kunnen worden en door wie. Dat was één van de conclusies die naar voren kwam uit het big data-congres dat de BOVAG onlangs organiseerde.

Big data-congres BOVAG: automotivesector moet inhaalslag moet maken

Autokopers willen steeds meer connectiviteitstoepassingen, maar dat levert tegelijkertijd datastromen op die menigeen doen afvragen hoe het eigenlijk met de privacy is gesteld. Dit was dan ook één van de centrale thema’s tijdens het big data-congres van de Bovag in Den Haag. Volgens de brancheorganisatie kan connectiviteit een schat aan informatie opleveren, maar zaken als het rijgedrag en de locatie hoeven daarbij niet per se te worden doorgegeven. Autofabrikanten versleutelen informatie die niet benodigd is voor de door hen aangeboden connectiviteitssystemen, maar tal van partijen hebben aftermarket-producten ontwikkeld die deze codes kraken en alsnog beschikbaar stellen aan verzekeraars en autodealers, bijvoorbeeld door middel van apps. "De vraag is of berijders zich bewust zijn van de datastroom die dat oplevert", zo stelt Bertho Eckhardt, voorzitter van de Bovag. "We staan aan de vooravond van een grootschalige battle for data. Partijen die de data op de juiste manier gebruiken, hebben de macht."
 

Opvallend daarbij is dat het overgrote deel van de aanwezigen – werkzaam in de autobranche, de leasesector of dienstverleners – big data als kans zien, maar er zijn toch ook discussiedeelnemers die kanttekens plaatsen. "Het probleem is dat de data nog niet goed kunnen worden ontsloten, we beschikken nog niet over de juiste apparatuur in de auto om de juiste data voor de klant te ontsluiten", is bijvoorbeeld de mening van Marco van Beek van het gelijknamige autobedrijf.
Eckhardt pleit voor het creëren van een level playing field waarin ondernemers zelf kunnen bepalen hoe ze te werk gaat. "De macht moet bij de consument liggen, die moet bepalen welke informatie al dan niet beschikbaar komt. Bedrijven uit de autobranche moeten met hun klanten in overleg gaan om te kijken welke behoeften er zijn en daarop inspelen."

Macht van leverancier naar consument
Data verzamelen is geen doel op zich, zo vindt ook Roel van den Berg, één van de sprekers tijdens het evenement. De eigenaar van netwerkorganisatie Access to Quality was voorheen werkzaam bij Ahold. "Toen Albert Heijn de Bonuskaart lanceerde, werd er heel veel informatie verzameld, maar daar gebeurde eigenlijk niets mee. Die database werd na een paar maanden simpelweg geleegd." Volgens hem is er een dunne scheidslijn tussen klantloyaliteit en het schenden van de privacy, wat voor disloyaliteit zorgt. Hij denkt dat er een kantelpunt bereikt is. "De macht gaat van de leverancier naar de consument, die gaat bepalen aan wie hij zijn data gaat geven. Vervolgens is het de kunst om waarde te creëren waar de klant behoefte aan heeft en daar een platform voor te maken. Het gaat niet om de big data, maar om de data die een toegevoegde waarde heeft." Volgens Jan-Bert Dijkstra van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu zit hem daarin de crux. "De hoeveelheid data zal met een factor tien of twintig gaan stijgen in de komende jaren, het wordt steeds moeilijker om die relevant te maken. Ook moet de data betrouwbaar zijn, want als bestuurders worden gewaarschuwd voor files die er niet staan, dan slaan ze de adviezen in de wind."  

Angst en onwetendheid
Volgens tal van aanwezigen moet er voor het managen van alle data een grote database worden ontwikkeld door een onafhankelijke partij waarin berijders zelf kunnen bepalen welke data ze wel en niet willen delen – en met wie. Dat doet onder meer Marga de Jager, directeur Verenging en Marketing bij de ANWB. "Consumenten moeten altijd kunnen bepalen wat er met hun data gebeurt. Er is nu nog veel angst en onwetendheid, negen op de tien consumenten maakt zich zorgen over het gebruik van de data en de mogelijkheid dat hun auto gehackt wordt." Volgens haar hebben mensen op dit moment nog geen idee wat ze met connected services moeten. "Op het moment is nog maar zo’n drie procent van de auto’s voorzien van connectiviteit, maar dat percentage stijgt snel, dus de autobranche moet daar echt mee aan de slag." Zij adviseert tevens om consumenten te betrekken bij de ontwikkeling van apps, zodat ze bereid zijn om de hiervoor benodigde data af te staan. Een andere spreker tijdens het congres, Cornelis Kit van het tijdschrift AutoWeek, benadrukt eveneens het belang van een centrale database. "Daarin zouden berijders aan de hand van het chassisnummer kunnen instellen aan wie ze de data beschikbaar stellen en voor welke periode", is hij van mening. "Als er een gestandaardiseerde methode komt voor de opslag van data, zouden gebruikers zelf via opt-in of opt-out kunnen bepalen wie die mag gebruiken. Veel mensen hebben geen idee wie er met hun data aan de haal gaat. Door de smartphone te koppelen, staat bijvoorbeeld je complete adressenlijst in de auto, die gedeeld zou kunnen worden met een autofabrikant. Daar is lang niet iedereen zich van bewust."
Big data kan de positie van de consument echter ook versterken, zo vindt Sandra Molenaar van de ANWB. "Als een auto bijvoorbeeld diagnosegegevens aan de gebruiker verstrekt, wordt die minder afhankelijk van dealerbedrijven. Het lijkt me echter niet noodzakelijk dat een autodealer weet waar ik rijd."
 

In het vervolg op dit artikel de rol van de importeurs, het ‘bloedbad’ wat gaande is volgens Hans Brouwhuis van chipfabrikant NXP en het standpunt van de BOVAG.