"Het is werkelijk van het grootste belang dat we er alles uitpersen. De verbrandingsmotor gaat nog vele jaren mee," zegt Andrew Hepher, een hoge manager op het gebied van technologie bij Shell in The Wall Street Journal. De Amerikaanse krant wijt een lang verhaal aan de vele bedreigingen die er boven de verbrandingsmotor hangen, niet in de laatste plaats hier in Europa waar de Europese Commissie net vorige week weer nieuwe doelstellingen voor het terugdringen van de CO2-vervuiling van personenauto’s heeft aangekondigd. "De autofabrikanten reageren daarop door meer elektrische auto’s uit te brengen. General Motors heeft weer aangekondigd dat het over een jaar of tien een miljoen EV’s hoopt te verkopen. Oliebedrijven investeren tegenwoordig ook in de oplaadstructuur. Maar al die activiteiten met elektrische auto’s vormen maar een fractie van de omzet. De meeste bedrijven gaan er van uit dat de verbrandingsmotor nog decennia lang zal blijven bestaan," schrijft de WSJ.

Waarom werken de olie- en auto-industrie samen aan een nieuwe motorolie die dunner en meer stabiel moet zijn dan wat er momenteel op de markt is. "Als we de motorprestaties met een paar procent kunnen verbeteren, dan is dat heel erg de moeite waard," zegt Dave Hall van Castrol, de oliedivisie van BP. "Autofabrikanten hebben er alles voor over om betere motorolies op de markt te brengen," zegt Hepher van Shell. De bedrijven gaan er vanuit dat een nieuwe zogenaamde 0W-16 motorolie begin volgend jaar in de VS op de markt kan komen en plannen een nog lichtere versie 0W-08 voor het midden van de jaren 2020. Want dan zal de verbrandingsmotor in ieder geval nog niet zijn verdwenen, zegt de WSJ daarbij.