Dat concludeert kwaliteitbureau ViaNorm op grond van een belronde langs 120 dealerbedrijven en universelen. Uitgangspunt was steeds dat de beller eind juni met zijn auto op vakantie wilde naar de Costa Brava. De auto – drie en een half jaar oud uit het B-segment – had bij 41 duizend kilometer nog een grote beurt gehad, maar stond inmiddels op vijftigduizend kilometer. Vraag aan de autobedrijven: is een zomerinspectie nodig en zo ja: wat kost dat en wanneer is er tijd voor?

De antwoorden liepen zeer sterk uiteen. Het merendeel van de universelen (88 procent)  stelde dat een zomerinspectie zeker nuttig/noodzakelijk is, onder de merkdealers gaf slechts 59 procent het advies om naar de werkplaats te komen. Een panklare zomerinspectie werd door vrijwel geen enkele universeel aangeboden. Dit leidt dan ook tot een breed scala van voorgenomen werkzaamheden, resulterend in een gemiddelde rekening van 55 euro. Merkdealers zaten hier meer op één lijn, zowel inhoudelijk als qua prijs (gemiddelde zomerinspectie: twintig euro).

Hoewel een klein aantal merkorganisaties een vast zomerinspectieprogramma kent, leverde de vraag van de fictieve consument voor het gros van de bedrijven de nodige problemen op, concludeert ViaNorm. Aan de werkplaatscapaciteit lag het niet: in vrijwel alle gevallen kon de consument binnen anderhalve week terecht. Bij één op de vijf autobedrijven zelfs direct.