“Onze mensen en hun drive kunnen het verschil maken”, zei Blekxtoon in Garderen, waar GroupAuto Nederland samen met 120 genodigden stilstond bij haar 25-jarig bestaan (inclusief de ruim tien jaar van voorloper Incam – Inkoopcombinatie Automaterialen).

Het onderscheidend vermogen van GroupAuto Nederland is volgens Blekxtoon het feit dat de ondernemers allemaal eigenaar zijn van hun grossiersbedrijf en honderd procent onafhankelijk opereren. “Dat onderscheidt ons van grote bedrijven die dozen schuiven. We hebben kennis van zaken en gevoel voor de menselijke maat. Dat biedt ons perspectief voor de komende 25 jaar.”

GroupAuto Nederland kent nu 48 leden – gisteren werden drie nieuwkomers bekendgemaakt – en besloot bij de start niet zelf een onderdelenmagazijn in te richten maar te werken met een huisleverancier (Kühne). In de jaren daarna is, onder invloed van bewegingen in de markt, regelmatig gewisseld van hoofdleverancier. In 2011 adviseerde Ernst & Young een fusie met de Nederlandse AD-organisatie (een advies dat niet werd opgevolgd). De in 2013 ingezette samenwerking met Doyen Nederland was volgens Blekxtoon “niet volwassen genoeg”. Halverwege datzelfde jaar werd Kühne verkocht aan Sator en begon een lange periode van onrust in de groassiersmarkt – zeker toen in april 2014 Sator werd verkocht aan het Amerikaanse LKQ. Toch is volgens Blekxtoon “op een paar grossiers na die een exitstrategie hadden” de mobiliteit van de vrije grossier erg laag gebleken, “zeker na alles wat we de afgelopen anderhalf jaar hebben meegemaakt.”

Sinds de overname van Kühne is Fource de huisleverancier van GroupAuto Nederland. Blekxtoon zei dat de angst in de markt tegen de machtige positie van Fource onterecht is. “Langzaam maar zeker wordt duidelijk dat Fource zo slecht nog niet is. De spullen komen op tijd, tegen goede prijzen.”

Blekxtoon betrok in zijn toespraak nog Kavo Parts, dat in 2003 de eerste leverancier werd van GroupAuto Nederland (en dat nog steeds is).