Analyse: Citroën voorspelt DS aparte toekomst

De verzelfstandiging van DS tot apart automerk krijgt langzaam maar zeker vorm. Het label moet de derde pijler onder het PSA concern worden. Peugeot blijft het belangrijkste merk en zal zich nog meer dan nu het geval is positioneren als het Franse alternatief voor Volkswagen. Dit betekent dat Citroën een stapje terug zal moeten doen, letterlijk en figuurlijk.

De modellen van dit merk zullen het niet in de laatste plaats van hun sympathieke prijs moeten hebben. Dat kan alleen bij productie buiten het dure Frankrijk. Deze ontwikkeling is nu reeds volop gaande: de C1 ziet in Tsjechië het levenslicht, evenals de C3. En de C4 Cactus wordt in Spanje gebouwd. Alleen de middenklassers komen nog uit Frankrijk. Van deze modellen zal de C5 niet worden vervangen: Citroën trekt zich terug uit het D-segment. De C4 Grand Picasso vormt straks het vlaggenschip. En daarvoor hoeft Citroën zich helemaal niet te schamen.

Het (enigszins) wegcijferen van zichzelf, betekent dat Citroën de door haar bedachte DS modellijn meer kan laten schitteren. Sterker nog: het label krijgt een plaats bóven Peugeot. DS moet hét visitekaartje van de Franse auto-industrie worden: stijlvol, chique en met een prijskaartje die productie in eigen land niet in de weg hoeft te staan. ‘DS’ als merknaam is kort en krachtig, maar niet minder doeltreffend dan bijvoorbeeld MG of VW.

Officieel is DS natuurlijk geen merk, maar een automodel. Ook dat is geen novum in autoland. Denk bijvoorbeeld aan Jeep, Land Rover en Mini. Iconische modellen kunnen blijkbaar uitgroeien tot zelfstandig merk en dat is voor DS niet anders. Citroën heeft diverse wereldberoemde klassiekers op zijn naam staan (Traction Avant, 2CV) maar het absolute hoogtepunt was de DS. ‘Déesse’ is Frans voor ‘godin’ en de DS was de godin van de autowereld. De gladde, gestroomlijnde schepping van Flaminio Bertoni is nooit meer geëvenaard, ook niet door Citroën zelf.

Een dergelijke status van de DS biedt natuurlijk een uitstekende basis voor een commercieel interessant vervolg van de bijna mythische verschijning op 4 wielen. 5 jaar geleden werd DS nieuw leven ingeblazen met een serie premium Citroën modellen: de DS3 beet de spits af en was alert antwoord op de herinterpretatie van BMW’s Mini. Later volgden de DS4 en DS5. Inmiddels staat de verkoopteller op ruim 500.000 stuks. Van dat afzetaantal kan Alfa Romeo voorlopig alleen maar dromen.

Het succes van de DS modellen smaakt dus naar meer. Net zoals bij goed functionerend personeel vindt er promotie plaats. In China is DS inmiddels een apart merk en nu is Europa aan de beurt. De toekomstige modellen moeten op eigen kracht, dus zonder Citroën logo gaan verleiden en zullen verkocht gaan worden via een eigen dealernetwerk. Hyundai is op termijn iets soortgelijks van plan met Genesis. Nu is dat nog een duur model, maar op termijn zal transformatie tot een volwaardig alternatief voor Acura (Honda), Infiniti (Nissan) en Lexus (Toyota) plaatsvinden. En wie weet waar de plannen van Ford met Vignale toe leiden. Anders dan Lexus zal DS niet kiezen voor ‘virtuele’ exclusiviteit die wordt gedragen door een zogeheten red carpet dienstverlening. Het nieuwe premiummerk zoekt het evenmin macho prestatiemodellen à la de M reeks van BMW of het Mercedes-Benz AMG gamma. Yves Bonnefont, de eerste CEO van DS, zegt de bestaande premium ‘gedragscode’ niet te zullen imiteren, maar een eigen weg in de slaan. Kernthema’s zijn een smaakvol, verfijnd design en subtiele technische details. De verkoop zal plaatsvinden via exclusieve ‘DS Salons’ bij geselecteerde Citroën dealers, volgens een zogeheten shop-in-shop formule. Daarnaast zal het nieuwe merk kiezen voor andere vormen van publiciteit dan Citroën, bijvoorbeeld sponsoring van modeshows.

In een dergelijke setting past ook de Devine, een oogverblindende schepping van ontwerper Thierry Metroz, uitstekend. In het model (dat alle merk DNA in zich heeft) ontbreekt een traditioneel dashboard, evenals het in premiumkringen voorspelbare gebruik van notenhout. In plaats daarvan is het interieur aangekleed met soepel Seton leder en bekledingsstoffen waarop Swarovski kristallen zijn geborduurd: verfrissend, très chique en heel Frans. Marie Antoinette zou de Devine zó hebben besteld. Het is dat PSA geen concrete productieplannen heeft voor de Devine, want anders zouden Gooise vrouwen er om vechten.

Waar is de Devine dan wel voor bedoeld? Om ontwerpdetails bij het publiek te testen. De kans is groot dat de volgende generatie DS3 ook leverbaar wordt in (verlengde) 5-deurs uitvoering. Die zou dan designelementen van de 4,21 meter lange Devine kunnen overnemen. Het 1,35 meter hoge studiemodel is voorzien van een 270 pk/330 Nm sterke 1,6 liter turbomotor; een krachtbron die wij in iets minder potente vorm kennen van de huidige DS3 Racing.

Op het front van de Devine prijkt zoals niet gezegd het Citroën logo, maar een DS badge. Een combinatie van verschillende chroomnuances op zwevende elementen in de vorm van diamanten in verschillende maten geven de grille een ‘spacy’ effect. Opvallend is de afwezigheid van een achterruit. In plaats daarvan is er een camera waarvan het beeld wordt geprojecteerd op een scherm in achteruitkijkspiegelvorm. Het dak is bekleed met materiaal dat doen denken aan de schubben van een reptiel. De schubben verschillen onderling. Sommige zijn mat, andere gesatineerd, ondoorzichtig of doorzichtig. Dit levert een unieke lichtval op. En bepaalde optische overeenkomsten met de Alfa Romeo Brera.

Binnenin zijn de ontwerpers nog verder gegaan. Het studiemodel kan middels Hypertypage binnen 15 minuten een totaal andere interieursfeer aanmeten. DS noemt de 3 ontwikkelde stijlen Male, Parisienne Chic en Fatale Punk. Male is de stoerste versie waarbij veel carbon wordt gebruikt. Bij Parisienne Chic is leer en geplooid zijde volop aanwezig en is er een door Lesage geborduurd patroon aanwezig op de deurpanelen. Fatale Punk biedt de eerder genoemde aankleding met Swarovski Crystal stof plus gewatteerd, met juwelen bezet leer.

De DS Devine is extreem, maar voor een showmodel die toch niet in productie zal gaan, maakt dat niet uit. In Europa heeft de auto-industrie het moeilijk; iets wat het tot voor kort in zwaar weer verkerende PSA concern als geen ander weet. In Groot-Brittannië vielen de meeste slachtoffers, maar dankzij Bentley, Jaguar Land Rover en Mini heeft dit land ook een comeback kunnen maken. Iets soortgelijks zien we nu in Italië, waar Maserati ’s lands hoop in bange dagen is. Weet dit merk definitief aan te haken bij de machtige Duitse concurrentie, dan is er goede hoop dat Alfa Romeo dit ook zal gaan lukken. De kracht van het socialistische Frankrijk ligt bij kleinere auto’s. De relatief compacte Devine met conventionele 1,6 liter 4 cilinder turbomotor laat zien dat ‘rijden als godin in Frankrijk’ niet de wereld hoeft te kosten. Daar ligt de toekomstige kracht van DS. Peugeot neemt de burgerbakken wel voor zijn rekening. (Toralt Deinum, Autointernationaal)

Analyse: Citroën voorspelt DS aparte toekomst - Automobielmanagement.nl

Analyse: Citroën voorspelt DS aparte toekomst

De verzelfstandiging van DS tot apart automerk krijgt langzaam maar zeker vorm. Het label moet de derde pijler onder het PSA concern worden. Peugeot blijft het belangrijkste merk en zal zich nog meer dan nu het geval is positioneren als het Franse alternatief voor Volkswagen. Dit betekent dat Citroën een stapje terug zal moeten doen, letterlijk en figuurlijk.

De modellen van dit merk zullen het niet in de laatste plaats van hun sympathieke prijs moeten hebben. Dat kan alleen bij productie buiten het dure Frankrijk. Deze ontwikkeling is nu reeds volop gaande: de C1 ziet in Tsjechië het levenslicht, evenals de C3. En de C4 Cactus wordt in Spanje gebouwd. Alleen de middenklassers komen nog uit Frankrijk. Van deze modellen zal de C5 niet worden vervangen: Citroën trekt zich terug uit het D-segment. De C4 Grand Picasso vormt straks het vlaggenschip. En daarvoor hoeft Citroën zich helemaal niet te schamen.

Het (enigszins) wegcijferen van zichzelf, betekent dat Citroën de door haar bedachte DS modellijn meer kan laten schitteren. Sterker nog: het label krijgt een plaats bóven Peugeot. DS moet hét visitekaartje van de Franse auto-industrie worden: stijlvol, chique en met een prijskaartje die productie in eigen land niet in de weg hoeft te staan. ‘DS’ als merknaam is kort en krachtig, maar niet minder doeltreffend dan bijvoorbeeld MG of VW.

Officieel is DS natuurlijk geen merk, maar een automodel. Ook dat is geen novum in autoland. Denk bijvoorbeeld aan Jeep, Land Rover en Mini. Iconische modellen kunnen blijkbaar uitgroeien tot zelfstandig merk en dat is voor DS niet anders. Citroën heeft diverse wereldberoemde klassiekers op zijn naam staan (Traction Avant, 2CV) maar het absolute hoogtepunt was de DS. ‘Déesse’ is Frans voor ‘godin’ en de DS was de godin van de autowereld. De gladde, gestroomlijnde schepping van Flaminio Bertoni is nooit meer geëvenaard, ook niet door Citroën zelf.

Een dergelijke status van de DS biedt natuurlijk een uitstekende basis voor een commercieel interessant vervolg van de bijna mythische verschijning op 4 wielen. 5 jaar geleden werd DS nieuw leven ingeblazen met een serie premium Citroën modellen: de DS3 beet de spits af en was alert antwoord op de herinterpretatie van BMW’s Mini. Later volgden de DS4 en DS5. Inmiddels staat de verkoopteller op ruim 500.000 stuks. Van dat afzetaantal kan Alfa Romeo voorlopig alleen maar dromen.

Het succes van de DS modellen smaakt dus naar meer. Net zoals bij goed functionerend personeel vindt er promotie plaats. In China is DS inmiddels een apart merk en nu is Europa aan de beurt. De toekomstige modellen moeten op eigen kracht, dus zonder Citroën logo gaan verleiden en zullen verkocht gaan worden via een eigen dealernetwerk. Hyundai is op termijn iets soortgelijks van plan met Genesis. Nu is dat nog een duur model, maar op termijn zal transformatie tot een volwaardig alternatief voor Acura (Honda), Infiniti (Nissan) en Lexus (Toyota) plaatsvinden. En wie weet waar de plannen van Ford met Vignale toe leiden. Anders dan Lexus zal DS niet kiezen voor ‘virtuele’ exclusiviteit die wordt gedragen door een zogeheten red carpet dienstverlening. Het nieuwe premiummerk zoekt het evenmin macho prestatiemodellen à la de M reeks van BMW of het Mercedes-Benz AMG gamma. Yves Bonnefont, de eerste CEO van DS, zegt de bestaande premium ‘gedragscode’ niet te zullen imiteren, maar een eigen weg in de slaan. Kernthema’s zijn een smaakvol, verfijnd design en subtiele technische details. De verkoop zal plaatsvinden via exclusieve ‘DS Salons’ bij geselecteerde Citroën dealers, volgens een zogeheten shop-in-shop formule. Daarnaast zal het nieuwe merk kiezen voor andere vormen van publiciteit dan Citroën, bijvoorbeeld sponsoring van modeshows.

In een dergelijke setting past ook de Devine, een oogverblindende schepping van ontwerper Thierry Metroz, uitstekend. In het model (dat alle merk DNA in zich heeft) ontbreekt een traditioneel dashboard, evenals het in premiumkringen voorspelbare gebruik van notenhout. In plaats daarvan is het interieur aangekleed met soepel Seton leder en bekledingsstoffen waarop Swarovski kristallen zijn geborduurd: verfrissend, très chique en heel Frans. Marie Antoinette zou de Devine zó hebben besteld. Het is dat PSA geen concrete productieplannen heeft voor de Devine, want anders zouden Gooise vrouwen er om vechten.

Waar is de Devine dan wel voor bedoeld? Om ontwerpdetails bij het publiek te testen. De kans is groot dat de volgende generatie DS3 ook leverbaar wordt in (verlengde) 5-deurs uitvoering. Die zou dan designelementen van de 4,21 meter lange Devine kunnen overnemen. Het 1,35 meter hoge studiemodel is voorzien van een 270 pk/330 Nm sterke 1,6 liter turbomotor; een krachtbron die wij in iets minder potente vorm kennen van de huidige DS3 Racing.

Op het front van de Devine prijkt zoals niet gezegd het Citroën logo, maar een DS badge. Een combinatie van verschillende chroomnuances op zwevende elementen in de vorm van diamanten in verschillende maten geven de grille een ‘spacy’ effect. Opvallend is de afwezigheid van een achterruit. In plaats daarvan is er een camera waarvan het beeld wordt geprojecteerd op een scherm in achteruitkijkspiegelvorm. Het dak is bekleed met materiaal dat doen denken aan de schubben van een reptiel. De schubben verschillen onderling. Sommige zijn mat, andere gesatineerd, ondoorzichtig of doorzichtig. Dit levert een unieke lichtval op. En bepaalde optische overeenkomsten met de Alfa Romeo Brera.

Binnenin zijn de ontwerpers nog verder gegaan. Het studiemodel kan middels Hypertypage binnen 15 minuten een totaal andere interieursfeer aanmeten. DS noemt de 3 ontwikkelde stijlen Male, Parisienne Chic en Fatale Punk. Male is de stoerste versie waarbij veel carbon wordt gebruikt. Bij Parisienne Chic is leer en geplooid zijde volop aanwezig en is er een door Lesage geborduurd patroon aanwezig op de deurpanelen. Fatale Punk biedt de eerder genoemde aankleding met Swarovski Crystal stof plus gewatteerd, met juwelen bezet leer.

De DS Devine is extreem, maar voor een showmodel die toch niet in productie zal gaan, maakt dat niet uit. In Europa heeft de auto-industrie het moeilijk; iets wat het tot voor kort in zwaar weer verkerende PSA concern als geen ander weet. In Groot-Brittannië vielen de meeste slachtoffers, maar dankzij Bentley, Jaguar Land Rover en Mini heeft dit land ook een comeback kunnen maken. Iets soortgelijks zien we nu in Italië, waar Maserati ’s lands hoop in bange dagen is. Weet dit merk definitief aan te haken bij de machtige Duitse concurrentie, dan is er goede hoop dat Alfa Romeo dit ook zal gaan lukken. De kracht van het socialistische Frankrijk ligt bij kleinere auto’s. De relatief compacte Devine met conventionele 1,6 liter 4 cilinder turbomotor laat zien dat ‘rijden als godin in Frankrijk’ niet de wereld hoeft te kosten. Daar ligt de toekomstige kracht van DS. Peugeot neemt de burgerbakken wel voor zijn rekening. (Toralt Deinum, Autointernationaal)