In een persbericht van Focwa wijst Huffnagel op het sterk verminderde werkaanbod in 2011 als gevolg van onder meer economische, klimatologische, technologische en infrastructurele ontwikkelingen. Daardoor is de rentabiliteit van schadeherstelbedrijven sterk gedaald. De oplopende prijzen van onder meer huur, energie, milieumaatregelen, vervangend vervoer en lonen, zorgen bij veel schadeherstelbedrijven tot gemiddelde hogere kosten. Maar die worden niet verrekend in het tarief.

Hulshof trekt de conclusie na de themasessies over kostenstructuur en kostenbesef, die Focwa Schadeherstel vorige week organiseerde. "Door de afname van het schadevolume in 2011 zijn de tarieven sterk onder druk komen te staan. Onterecht en onwenselijk en daar moet iets aan gebeuren."

Hij constateert dat momenteel veel spelers in de markt werkzaamheden verrichten voor tarieven die niet stroken met de inspanningen die de branche moet doen voor het borgen van kwaliteit en veiligheid.  "Het marginaliseren van het rendement zet de kwaliteit en continuïteit van de branche nodeloos onder druk. En uiteindelijk ook die van sectoren die van de diensten van de schadebranche afhankelijk zijn. We moeten oppassen voor ‘pennywise poundfoolish’-handelen. Het kortetermijndenken lijkt bij de klanten en partners het lange termijn denken te hebben ingehaald. We moeten het tij keren en dat moet snel ook. Daar ligt een verantwoordelijkheid voor alle relevante partijen."

Volgens Harry Hulshof, ex directeur Focwa, was de gemiddelde kostprijs in 2011 circa 68 euro. "Veel bedrijven krijgen dat tarief momenteel niet vergoed. En geen ondernemer houdt werken onder de kostprijs lang vol." Hij benadrukt dat een indexering van minimaal 2,7 procent van de kostenstructuur in relatie tot tarieven op zijn plaats is.