Is het raar dat een Japanse autofabrikant in de problemen zit? Nee. Isuzu trok zich al eerder terug van de personenautomarkt, Daihatsu houdt het in Europa voor gezien en Mitsubishi had nog niet zo lang geleden een bijnadoodervaring. Mazda heeft lange tijd onder de vleugels van Ford de dans kunnen ontspringen maar de Amerikanen richten hun focus nu op hun eigen label en vindt dat de ex-dochter haar eigen boontjes moet doppen.

De vraag is of dit zal lukken. Het wordt tijd dat Mazda een nieuwe sterke moeder zoekt.  Nu zit er niemand op een verliesgevend Mazda te wachten maar er is ook een positieve kant: Mazda heeft knappe technici waar anderen van kunnen leren. Met name General Motors kan profiteren van de knowhow van de kiene Japanners. Mazda heeft veel verstand van gewichtsreductie, ondersteldynamiek en verbrandingsmotorefficiëntie. Allemaal terreinen waarop GM achterloopt op de concurrentie.

Is het onrealistisch te denken dat een voormalige Ford-dochter nu beschutting zoekt bij GM? Nee, althans niet verrassender dan de krachtenbundeling tussen deze Amerikaanse producent en PSA (de partner van Ford op het gebied van dieselmotoren). Dan Akerson, de topman van GM, zou serieus naar Mazda moeten kijken. Geef dit merk als inruil op technologische kennis een fabriek in de dollarzone. Dan kan Mazda het wisselkoersprobleem van de yen ondervangen. Van sommige merken vind ik het niet erg als zij verdwijnen, maar voor het nijvere Mazda heb ik een zwak. Mazda kan gerust in één adem genoemd worden met Borgward, Jowett en Panhard. Die leverden technische meesterstukjes, maar wisten uiteindelijk niet te overleven.

Na een column eerst even ruw in de grondverf te hebben gezet, ga ik meestal even wat anders doen. Dit keer keek ik op tv naar Eva Jinek op Zondag. De scherpe interviewster met de geslaagde combinatie van gasten maakt dat dit programma niet onderdoet voor Buitenhof. Maar door de underdogpositie staat het evenzogoed wel op de tocht. Het is net als Mazda. Toch hoop ik van beiden nog veel te mogen zien.