We gaan voor het eerst zonder onze dochters, die andere plannen hebben – waaronder een weekje naar pa en ma in Spanje – en we reizen rustig door Frankrijk en Spanje. Onze eerste stop werd Metz. Deze Franse stad met veel Duitse invloeden in Elzas Lotharingen razen we al jaren voorbij zonder haar een blik waardig te gunnen – maar dat is geheel onterecht, zo blijkt nu. De stad koestert zich in een heerlijk zonnetje  en de immense kathedraal met tientallen glas-in-loodramen, waaronder een aantal van Chagal, is een groot kunstwerk. Het eten is een voortreffelijke mix tussen de keukens uit de buurlanden en de sfeer is er heel relaxed. Een geweldige ontdekking.

Een andere ontdekking is dat de Fransen niet meer helemaal vastgeplakt lijken te zitten aan een van de Franse automerken. Behalve de populaire premiummerken Audi en BMW hebben nu ook de Japanners en de Koreanen voet aan wal gekregen in La France. En nog wat: de grote voiture lijkt grotendeels  uit het straatbeeld verdwenen. Nu zijn die er natuurlijk ook nog maar nauwelijks – of het zou de zeldzame verschijning van de Citroen C6 moeten zijn – maar zelfs auto’s uit het d-segment zoals de Laguna en de Peugeot 508 lijken maar mondjesmaat aanwezig. Of het nu de crisis is, weet ik niet maar het lijkt me soberder op de Franse wegen.

Mocht u nog op vakantie gaan of binnenkort weer in Frankrijk moeten zijn, let ook eens even op de schades aan de Franse auto’s. Of beter gezegd: op het ontbreken ervan. Of de Fransen zijn veranderd of de verzekeringsmaatschappijen hebben de klanten de duimschroeven eens flink aangedraaid. Hoe dan ook, in ieder geval werkt het wel. Even fileparkeren met voor en achter een duwtje is kennelijk voorbij.

Mijn waarneming is niet gebaseerd op statistische gegevens of andere harde data, dus misschioen is het allemaal maar perceptie. Ik moet het straks op de redactie maar eens checken en kijken of het vakantiegevoel mij parten heeft gespeeld of dat de cijfers mijn vermoeden bevestigen.

Kan haast niet wachten – maar eventjes nog wel.