Daarom moest ik business class naar Wenen en kreeg aan boord geen handje pinda’s maar een ordentelijke lunch. In de hoofdstad van Oostenrijk stonden keurig Phantoms met chauffeur te wachten en die vervoerden mij gerieflijk naar Hotel Paleis Coburg, normaliter voorbehouden aan de rijksten der aarde. Ik werd ondergebracht in een suite waarin je gemakkelijk kunt verdwalen, met twee toiletten en twee tv’s. Na een stevige tuk op de bank heb ik de zes wijnkelders doorgewandeld, geprikkeld door dorst en de verse wetenschap dat er 68 duizend flessen lagen, goed voor twintig miljoen euro. Zoekend naar de oudste vond ik een smoezelige fles rood van 1858 en een mooie Riesling van 1757. Die was nog goed drinkbaar, zo verzekerde de sommelier mij. Geïnspireerd door al die flessen en de plezierige lifestyle van Rolls-Royce wilde ik in mijn suite de beste Chateau Petrus laten aanrukken om op de Wraith te toasten. Dat heb ik echter gelaten omdat ik de gastvrijheid van Rolls-Royce niet te ver wilde oprekken. Hij stond namelijk voor 168 duizend euro op de kaart, een halve Wraith. Het is een Perrier geworden. Met gas.

Het hotel-restaurant heeft twee Michelin-sterren en vanzelfsprekend mochten we ons daar te goed doen, terwijl de assistenten van Rolls-Royce in de garage de Wraith’s poetsten. Zij moeten maar hopen dat ze een keer de loterij winnen die Rolls-Royce jaarlijks onder het personeel houdt – hun enige kans op een dagje genieten van de achttienhonderd led’s die in de hemelbekleding van de Wraith een sterrenhemel imiteren.

Ceo Richard Carter hielde een redevoering en heeft me van een knagend vraagstuk verlost. Hij gaf uitleg over de promotiefilm voor de Wraith. Daarin staat een bijzonder mooie dame achter het hek van een kasteel te wachten tot ze wordt opgehaald. Vanzelfsprekend stopt de langszoevende Wraith, maar de man aan het stuur, een gemankeerde James Bond, neemt haar alleen maar even op en geeft dan gas. Het heeft me lang beziggehouden waarom hij dat schatje liet staan. Wellicht was de Wraith niet echt maar slechts een schim, zo heb ik maar aangenomen. Rolls-Royce is namelijk nogal gepreoccupeerd met fantomen.

Maar nee, het zit anders, heeft Richard Carter verduidelijkt. "The driver went on in search of something better."