Elektrisch managen

Onlangs had ik een gesprek met de algemeen directeur van een gerenommeerd automerk in Nederland. Na afloop vertelde hij me dat hij het een heel prettig gesprek had gevonden. Als journalist gaan mijn nekharen dan toch een beetje overeind staan.

Peter Brouwer

Als mijn gesprekspartner het een aangenaam onderhoud vond, had ik hem misschien toch niet scherp genoeg ondervraagd of paste het interview te veel in zijn straatje. Niets van waar, verzekerde hij mij, toen ik hem dat op de man afvroeg. Nee, hij was blij dat ik hem nu eens niet had doorgezaagd over de elektrische auto. Niet dat het merk er geen had – integendeel. Maar binnen het businessmodel van vandaag en morgen speelt volgens hem het thema voorlopig een marginale rol. Zonder zichzelf een petrolhead te willen noemen, ging zijn aandacht vooral uit naar de benzine- en dieselmodellen waarmee zijn dealers vandaag en morgen gewoon geld verdienen. In ’s mans ogen overwoekerde de discussie over de elektrische auto nogal eens de dagelijkse praktijk.

Leeft de discussie over de elektrische auto misschien meer buiten dan binnen de branche, vroeg ik mij af. Als ik naar mijn collegae luister: eigenlijk niet. Hoewel de felheid waarmee het onderwerp soms aan de orde komt wel bijzonder is. Wie bijvoorbeeld afgelopen maandag de Tros Radar-uitzending zag waarin vier elektrische auto’s werden ‘getest’, kreeg vooral twee autojournalisten te zien die een leuk item wilden/moesten maken. Bij hen had de elektrische auto geen schijn van kans. En lees ik de column van Ton Roks in deze Automobiel Management, dan proef ik de onvoorwaardelijke liefde voor grote hoeveelheden pk’s uit traditionele verbrandingsmotoren. Mag allemaal, bovendien zeggen de mannen het ook nog eens op een leuke manier. Dat ze echter achterhoedegevechten aan het leveren zijn, is voor mij onmiskenbaar.

De bestaande auto-industrie begeleidt het transitiemodel naar alternatieve aandrijftechnieken perfect. Met name de acceptatie en de tijdsduur daarvan wordt subtiel gemanaged door de bestaande merken. Renault bijvoorbeeld wat opvallender dan sommige andere merken, maar er zijn onomkeerbare stappen gezet. Dat heeft gevolgen voor de bedrijfskolom. Niet allen de techniek, hoe belangrijk ook, maar ook het commerciële traject krijgt vraagstukken voorgelegd waar we ons over moeten buigen. Automobiel Management trapt af, met het congres Driving Business goes electric. Noteert u alvast 20 juni, kasteel De Vanenburg in Putten. Ik zie u daar graag. Tot die tijd: check onze website.

Elektrisch managen - Automobielmanagement.nl

Elektrisch managen

Onlangs had ik een gesprek met de algemeen directeur van een gerenommeerd automerk in Nederland. Na afloop vertelde hij me dat hij het een heel prettig gesprek had gevonden. Als journalist gaan mijn nekharen dan toch een beetje overeind staan.

Peter Brouwer

Als mijn gesprekspartner het een aangenaam onderhoud vond, had ik hem misschien toch niet scherp genoeg ondervraagd of paste het interview te veel in zijn straatje. Niets van waar, verzekerde hij mij, toen ik hem dat op de man afvroeg. Nee, hij was blij dat ik hem nu eens niet had doorgezaagd over de elektrische auto. Niet dat het merk er geen had – integendeel. Maar binnen het businessmodel van vandaag en morgen speelt volgens hem het thema voorlopig een marginale rol. Zonder zichzelf een petrolhead te willen noemen, ging zijn aandacht vooral uit naar de benzine- en dieselmodellen waarmee zijn dealers vandaag en morgen gewoon geld verdienen. In ’s mans ogen overwoekerde de discussie over de elektrische auto nogal eens de dagelijkse praktijk.

Leeft de discussie over de elektrische auto misschien meer buiten dan binnen de branche, vroeg ik mij af. Als ik naar mijn collegae luister: eigenlijk niet. Hoewel de felheid waarmee het onderwerp soms aan de orde komt wel bijzonder is. Wie bijvoorbeeld afgelopen maandag de Tros Radar-uitzending zag waarin vier elektrische auto’s werden ‘getest’, kreeg vooral twee autojournalisten te zien die een leuk item wilden/moesten maken. Bij hen had de elektrische auto geen schijn van kans. En lees ik de column van Ton Roks in deze Automobiel Management, dan proef ik de onvoorwaardelijke liefde voor grote hoeveelheden pk’s uit traditionele verbrandingsmotoren. Mag allemaal, bovendien zeggen de mannen het ook nog eens op een leuke manier. Dat ze echter achterhoedegevechten aan het leveren zijn, is voor mij onmiskenbaar.

De bestaande auto-industrie begeleidt het transitiemodel naar alternatieve aandrijftechnieken perfect. Met name de acceptatie en de tijdsduur daarvan wordt subtiel gemanaged door de bestaande merken. Renault bijvoorbeeld wat opvallender dan sommige andere merken, maar er zijn onomkeerbare stappen gezet. Dat heeft gevolgen voor de bedrijfskolom. Niet allen de techniek, hoe belangrijk ook, maar ook het commerciële traject krijgt vraagstukken voorgelegd waar we ons over moeten buigen. Automobiel Management trapt af, met het congres Driving Business goes electric. Noteert u alvast 20 juni, kasteel De Vanenburg in Putten. Ik zie u daar graag. Tot die tijd: check onze website.