Peter Brouwer: Lancia en de laatste puritein

Kom aan Lancia en je raakt de emoties van de laatste liefhebbers. Zelf ben ik niet met de Lancia-koorts behept, maar ik weet waar ik over spreek.

Thema

Eén van onze redactieleden kent de ziekte wel. Het rebadgen van de Chryslers onder de naam Lancia maakt hem bijna fysiek onpasselijk. De Chrysler 300 die nu onder de naam Lancia Thema de markt in gaat, mag die naam volgens hem niet dragen. Een Lancia ‘Tony’ Soprano zou de naam hooguit mogen zijn, en dan verplicht met een gespiegelde zonnebril in de accessoirelijst.  Dat het merk eigenlijk al lang het loodje had moeten leggen omdat het nog slechts een handjevol liefhebbers weet te bekoren, is aan deze groep niet besteed. Maar rebadgen en een scheepslading marketinggeld is de enige oplossing om het merk in stand te houden. 

Dit is al eerder vertoond. De Citroën-koper bestond een jaar of twintig geleden uit een nog grote groep liefhebbers die de double chevron een warm hard toedroegen. Onvolkomenheden ten spijt bleef Citroën voor hun het moederland en het beloofde land. In Parijs – daar wordt alles beslist – begreep men echter dat het imago van de traction avant en de eend  tegen het merk begonnen te werken. De geitenwollensokkenliefhebber was niet de achterban waarmee nieuwe klanten zich graag geassocieerd zagen en ook de technische onvolkomenheden van de Citroënszag men niet als ‘dat hoort nu eenmaal bij ons’.

Het kwaliteitsmes sneed er diep in en het extravagante van Citroën smolt als sneeuw voor de zon. ‘Geen karakter meer en het is een aanslag op de wortels van ons merk,’ riep de traditionele achterban. De Parijse beslissing heeft het merk een nieuw leven bezorgd. Nieuwe klanten en een imago waar betrouwbaarheid en zakelijkheid als nieuwe ingrediënten zijn toegevoegd. De uitverkiezing tot Zakenauto van het Jaar 2011 van de C4 Picasso zegt wat dit betreft genoeg. Is het frivole in Citroën dan helemaal verdwenen? Nee. Het antwoord is de DS3. Een prachtauto die de concurrentie met de Mini en Audi A1 aankan.

Gaat Lancia het redden? Ik denk het wel. Zeker in Amerika heeft het merk potentie. Met de Chrysler-outlets voor handen en een stijlvol Europese geschiedenis als toegevoegde waarde gaat het vast werken. Niet voor de puriteinen en al helemaal niet voor de Europese puriteinen. 

Maar hoeveel zouden er dan nog zijn…?

Peter Brouwer: Lancia en de laatste puritein - Automobielmanagement.nl

Peter Brouwer: Lancia en de laatste puritein

Kom aan Lancia en je raakt de emoties van de laatste liefhebbers. Zelf ben ik niet met de Lancia-koorts behept, maar ik weet waar ik over spreek.

Thema

Eén van onze redactieleden kent de ziekte wel. Het rebadgen van de Chryslers onder de naam Lancia maakt hem bijna fysiek onpasselijk. De Chrysler 300 die nu onder de naam Lancia Thema de markt in gaat, mag die naam volgens hem niet dragen. Een Lancia ‘Tony’ Soprano zou de naam hooguit mogen zijn, en dan verplicht met een gespiegelde zonnebril in de accessoirelijst.  Dat het merk eigenlijk al lang het loodje had moeten leggen omdat het nog slechts een handjevol liefhebbers weet te bekoren, is aan deze groep niet besteed. Maar rebadgen en een scheepslading marketinggeld is de enige oplossing om het merk in stand te houden. 

Dit is al eerder vertoond. De Citroën-koper bestond een jaar of twintig geleden uit een nog grote groep liefhebbers die de double chevron een warm hard toedroegen. Onvolkomenheden ten spijt bleef Citroën voor hun het moederland en het beloofde land. In Parijs – daar wordt alles beslist – begreep men echter dat het imago van de traction avant en de eend  tegen het merk begonnen te werken. De geitenwollensokkenliefhebber was niet de achterban waarmee nieuwe klanten zich graag geassocieerd zagen en ook de technische onvolkomenheden van de Citroënszag men niet als ‘dat hoort nu eenmaal bij ons’.

Het kwaliteitsmes sneed er diep in en het extravagante van Citroën smolt als sneeuw voor de zon. ‘Geen karakter meer en het is een aanslag op de wortels van ons merk,’ riep de traditionele achterban. De Parijse beslissing heeft het merk een nieuw leven bezorgd. Nieuwe klanten en een imago waar betrouwbaarheid en zakelijkheid als nieuwe ingrediënten zijn toegevoegd. De uitverkiezing tot Zakenauto van het Jaar 2011 van de C4 Picasso zegt wat dit betreft genoeg. Is het frivole in Citroën dan helemaal verdwenen? Nee. Het antwoord is de DS3. Een prachtauto die de concurrentie met de Mini en Audi A1 aankan.

Gaat Lancia het redden? Ik denk het wel. Zeker in Amerika heeft het merk potentie. Met de Chrysler-outlets voor handen en een stijlvol Europese geschiedenis als toegevoegde waarde gaat het vast werken. Niet voor de puriteinen en al helemaal niet voor de Europese puriteinen. 

Maar hoeveel zouden er dan nog zijn…?