De A-segment auto komt aan zijn eind

Je kan spreken van het kind van de rekening: de A-segment auto. Fabrikanten zetten vol in op elektrificatie omdat zij gedwongen worden om de CO2-uitstoot van hun gamma te verlagen. Theoretisch spint de relatief zuinige en schone stadsauto garen bij de milieuproblematiek, maar het tegendeel is waar: het wordt zijn Waterloo.

De A-segment auto  komt aan zijn eind

Techniek om verbrandingsmotoren schoner te maken werkt bij A-segment modellen te sterk door in de prijs. De meerkosten van 2.500 euro voor een hybride aandrijflijn betekent bij een stadsauto al snel een 20 procent hoger aankoopbedrag. Veel consumenten zullen dan afhaken. Maar elektrificatie is niet de enige reden waarom het A-segment gaat verdwijnen. Auto’s uit deze klasse worden anders dan vroeger zelden een hit. Alleen Fiat verstaat de kunst om respectabele verkoopaantallen te realiseren. Ford heeft een kater overgehouden aan de vorige Ka en Renault heeft de plank misgeslagen met de achterwiel aangedreven Twingo. Diens partner Daimler gaat Smart omvormen tot een aanbieder van louter elektrische modellen. Dat betekent dubbel zo hoge prijzen.

Er zijn heus wel A-segment auto’s die goed gerecenseerd worden. Zoals het ­Koreaanse duo Hyundai i10 en Kia Picanto. Maar die delen hun onderstel met de grotere i20 respectievelijk Rio en zijn dus feitelijk verkleinde B-segment modellen. Net als de (eveneens relatief succesvolle) Dacia Sandero. Ford heeft om deze reden voor de Ka+ het eigen Fiesta platform als basis genomen, maar is alleen vergeten dat een A-segment auto er ook een beetje hip uit moet zien (zoals de Sandero Stepway of Picanto GT-Line). Goede recensies zijn er ook voor de Volkswagen Up, maar in een segment waar vooral op prijs wordt geconcurreerd, is dat niet doorslaggevend. Met als gevolg dat ook de verkopen van dit model op Europees niveau tegenvallen. En voor de zustermodellen Seat Mii en Skoda ­Citigo is dat niet anders. Citroën C1, Peugeot 108 en Toyota Aygo? Hetzelfde liedje. Het A-segment kent meer afhakers dan debutanten.

Niet vergeten moet worden dat de boodschappenauto een typisch West ­Europees verschijnsel is. In minder welvarende marktregio’s heeft men liever een volwassen gezinswagen, ook als die over simpeler techniek beschikt. En op de grootste afzetmarkten van de wereld (China en de Verenigde Staten) wordt men pas vanaf een C-segment middenklasser in het verkeer serieus genomen. Dit betekent dat de mondialisering, samen met elektrificatie, zijn tol gaat eisen voor wat betreft het modellenaanbod bij ons. A-segment auto’s zijn de investeringen niet langer waard.

De A-segment auto komt aan zijn eind - Automobielmanagement.nl

De A-segment auto komt aan zijn eind

Je kan spreken van het kind van de rekening: de A-segment auto. Fabrikanten zetten vol in op elektrificatie omdat zij gedwongen worden om de CO2-uitstoot van hun gamma te verlagen. Theoretisch spint de relatief zuinige en schone stadsauto garen bij de milieuproblematiek, maar het tegendeel is waar: het wordt zijn Waterloo.

De A-segment auto  komt aan zijn eind

Techniek om verbrandingsmotoren schoner te maken werkt bij A-segment modellen te sterk door in de prijs. De meerkosten van 2.500 euro voor een hybride aandrijflijn betekent bij een stadsauto al snel een 20 procent hoger aankoopbedrag. Veel consumenten zullen dan afhaken. Maar elektrificatie is niet de enige reden waarom het A-segment gaat verdwijnen. Auto’s uit deze klasse worden anders dan vroeger zelden een hit. Alleen Fiat verstaat de kunst om respectabele verkoopaantallen te realiseren. Ford heeft een kater overgehouden aan de vorige Ka en Renault heeft de plank misgeslagen met de achterwiel aangedreven Twingo. Diens partner Daimler gaat Smart omvormen tot een aanbieder van louter elektrische modellen. Dat betekent dubbel zo hoge prijzen.

Er zijn heus wel A-segment auto’s die goed gerecenseerd worden. Zoals het ­Koreaanse duo Hyundai i10 en Kia Picanto. Maar die delen hun onderstel met de grotere i20 respectievelijk Rio en zijn dus feitelijk verkleinde B-segment modellen. Net als de (eveneens relatief succesvolle) Dacia Sandero. Ford heeft om deze reden voor de Ka+ het eigen Fiesta platform als basis genomen, maar is alleen vergeten dat een A-segment auto er ook een beetje hip uit moet zien (zoals de Sandero Stepway of Picanto GT-Line). Goede recensies zijn er ook voor de Volkswagen Up, maar in een segment waar vooral op prijs wordt geconcurreerd, is dat niet doorslaggevend. Met als gevolg dat ook de verkopen van dit model op Europees niveau tegenvallen. En voor de zustermodellen Seat Mii en Skoda ­Citigo is dat niet anders. Citroën C1, Peugeot 108 en Toyota Aygo? Hetzelfde liedje. Het A-segment kent meer afhakers dan debutanten.

Niet vergeten moet worden dat de boodschappenauto een typisch West ­Europees verschijnsel is. In minder welvarende marktregio’s heeft men liever een volwassen gezinswagen, ook als die over simpeler techniek beschikt. En op de grootste afzetmarkten van de wereld (China en de Verenigde Staten) wordt men pas vanaf een C-segment middenklasser in het verkeer serieus genomen. Dit betekent dat de mondialisering, samen met elektrificatie, zijn tol gaat eisen voor wat betreft het modellenaanbod bij ons. A-segment auto’s zijn de investeringen niet langer waard.