In maart dit jaar werden er 56.762 nieuwe personenauto’s afgeleverd, bijna 26 procent méér dan in maart 2010. Eerder al werd in februari een toename genoteerd van 31 procent, in januari ging het nog ‘slechts’ om een plus van 19 procent. Het Nederlandse CO2-beleid dat prominent doorklinkt in de autobeprijzing mag daarmee een van de succesvolste in Europa beschouwd worden. Zo worden er in ons land inmiddels meer nieuwe auto’s verkocht dan in het qua inwoneraantal drie maal zo grote Spanje.

Bij ongewijzigd overheidsbeleid lijken de autoverkopen in Nederland – zo verwacht Aumacon – af te koersen op een spectaculair jaaraantal dat nog wel eens royaal boven de onlangs gedane prognose van 565 duizend stuks kan uitkomen. Het hoogste aantal dat deze eeuw tot dusverre werd bereikt was 597 duizend in het jaar 2000; daarvoor werd alleen in 1999 een hoger aantal bereikt: 611 duizend stuks.

Vrijwel alle merken profiteren uitbundig van deze plotse opleving. De merken in de top drie – Volkswagen, Renault en Peugeot – verkochten dit jaar al tussen de 33 en 39 procent meer auto’s. Toyota en Ford behoren tot de weinig merken die dit jaar minder verkopen. Opel en Citroën stijgen wel, maar profiteren niet volop van de markthausse. Dat doen Fiat, Skoda en Seat juist wel; deze drie merken zijn de grote winnaars van dit moment door verkooptoenames die liggen tussen 85 en 96 procent.

 

Zie voor meer cijfers