Dit en meer blijkt uit het eerste Nationaal Occasion Onderzoek (NOO), dat is uitgevoerd door VWE voertuiginformatie en -documentatie in samenwerking met het vakblad Automobiel Management. De belangrijkste conclusies ervan werden vanmorgen gepresenteerd op het AM Driving Business Aftermarket Event door VWE-directeur Corveleijn.
De omzetwaarde van de export van gebruikte auto’s wordt geschat op twee miljard euro en de export groeit nog steeds. Dat klinkt mooi, maar het is niet voor iedereen gunstig. Met het verdwijnen van deze gebruikte auto’s verdwijnt tegelijkertijd de aftersales. Juist oudere auto’s hebben onderhoud en reparatie nodig en dat werk is van groot belang voor de garagewereld. Bovendien worden de grotere en duurdere occasions meer geëxporteerd en blijven de kleine, minder onderhoud behoevende auto’s achter, zo blijkt uit de onderzoeksresultaten. "Voor de aftersales-omzet is dit geen goed vooruitzicht. Aan kleine auto’s uit het A- en B-segment valt in de werkplaats veel minder te verdienen dan aan grotere auto’s met een rijkere uitrusting", aldus directeur Michel Corveleijn van VWE.
Dit fenomeen heeft per merk een verschillend effect. Uit het Nationaal Occasion Onderzoek 2012 blijkt dat de effecten het sterkst voelbaar zijn bij de merken Opel, Mazda, Nissan, Honda en Mitsubishi. Corveleijn: "Deze merken hebben veelal een daling in nieuwverkopen meegemaakt over de afgelopen jaren, maar ze zijn tegelijkertijd populair voor export. Deze twee effecten versterken elkaar waardoor de aantallen auto’s van deze merken fors dalen in het Nederlandse wagenpark."
Het rapport van het NOO 2012 is te downloaden op de websites www.automobielmanagement.nl en www.vwe.nl/noo.
Het nadelige effect voor de aftersales valt niet zozeer te wijten aan de export, maar aan het feit dat wij Nederlanders gewoon zelf niet meer in oudere en grotere auto’s willen rijden. Zouden deze voertuigen niet geëxporteerd worden, dan bleven ze gewoon te koop staan, zonder belangstelling. Dat zou de economische schade nog groter maken.