Steeds meer Europeanen kopen een elektrisch oplaadbare auto (ecv) maar het aandeel op het totaal blijft gering. In 2014 werden 37 procent meer ev’s geregistreerd dan in 2013, zo meldt de Europese koepelorganisatie van autofabrikanten Acea. Het totaalaantal van 75 duizend auto’s vertegenwoordigt immers maar 0,6 procent. De secretaris-generaal van Acea, Erik Jonnaert, verklaarde hierover: "Leden van Acea zullen blijven investeren in alternatieve aandrijvingen, inclusief elektrische auto’s, hybriden, brandstofcel-auto’s en motoren die draaien op aardgas. Dit moet vergezeld gaan van een uitbreiding van een laadinfrastructuur en van een consistent stimuleringsbeleid Europa-breed."

Acea kijkt met voorzichtig optimisme naar 2015. President Carlos Ghosn van de koepelorganisatie wees erop dat in 2014 voor het eerst sinds het begin van de crisis de autoverkopen weer zijn gestegen, namelijk met 5,7 procent. Voor dit jaar verwacht de organisatie verdere groei, maar met slechts twee procent. Daarmee zou de Europese markt uitkomen op zo’n dertien miljoen stuks.
Autoprofessor Ferdinand Dudenhöffer van het Duitse CAR instituut ziet het probleem van de geringe verkoopaantallen van ev’s bij de prijs. Uit onderzoek zou blijken dat de consument tot vijf duizend euro meer wil betalen voor een auto met een elektrische aandrijving maar daarvoor krijg je geen plug-in want die zijn gemiddeld dertig procent duurder. Dudenhöffer wijst ook op de lagere olieprijs en denkt niet dat die binnen twee of drie jaar weer significant zal stijgen. "Zolang de Amerikanen fracking (winning van schaliegas) toestaan, blijft de prijs laag." Ook dat werkt het succes van ev’s niet in de hand. Dudenhöffer denkt dat duidelijke politieke kaders de e-mobiliteit verder zullen helpen. Als men een transitie wil naar e-mobiliteit moet je de zwakke plekken aanpakken, is zijn redenering. (bronnen: acea/dpa/automobilwoche/automobil produktion)