General Motors zag de verkopen met 15 procent krimpen naar 226.107 voertuigen. Dat komt hoofdzakelijk doordat GM 80 procent minder auto’s verkocht aan fleet-eigenaren die doorgaans hoge kortingen bedingen. Toch blijft ook de particuliere markt moeilijk, wat blijkt uit het feit dat GM er niet erg in slaagt om de voorraden terug te dringen. Eind juni stonden er bij de fabrieken en de dealers genoeg auto’s om aan 104 dagen vraag te voldoen. Dat is slechts één dag minder dan een maand eerder terwijl GM er naar streeft tegen het eind van dit jaar slechts voor 70 dagen auto’s in de pijplijn te hebben.

Ford verkocht in juli met 200.212 exemplaren zo’n 7,5 procent minder auto’s aan de Amerikanen. Ook hier ligt de ‘schuld’ bij de grote afnemers aan wie Ford een kwart minder auto’s verkocht dan een jaar eerder. Bij Fiat Chysler Automobiles was sprake van een daling met 10 procent naar 161.477 voertuigen. Verder deden de Japanse merken het wat beter met een groei van vier procent bij Toyota en dalingen van drie resp. één procent voor Nissan en Honda. Volkswagen meldde op haar beurt in Amerika 5,8 procent minder auto’s te hebben verkocht maar zustermerk Audi kwam met een kleine plus van 2,5 procent uit de bus.