Dealerrendement daalde in 2018 naar 0,65 procent

Ondanks een omzetstijging van 13,1 procent ten opzichte van 2017, heeft de gemiddelde dealervestiging in 2018 de nettowinst met 5,8 procent zien dalen. Uit de Bovag Branche Barometer blijkt dat het gemiddelde dealerrendement over 2018 zodoende uitkwam op 0,65 procent. Een jaar eerder was dat 0,78 procent.

Dealerrendement daalde in 2018 naar 0,65 procent

Per dealerbedrijf werd afgelopen jaar gemiddeld 1,5 FTE toegevoegd aan de personele bezetting, maar het aantal verkochte auto’s per FTE op de verkoopafdeling daalde van 146 in 2017 naar 139 in 2018. Daarnaast nam het aantal gefactureerde uren per monteur af van 1.353 naar 1.339. De algemene kosten bleken relatief beheersbaar, hoewel deze in absolute bedragen net zo hard groeiden als de omzet. Daardoor kwam de absorptieratio, oftewel de mate waarin aftersales de totale kosten van de onderneming dekt, uit op 75 procent. In 2017 was dit 76,4 procent, terwijl in 2010 voor het laatst een ratio van boven de 90 procent werd genoteerd.

Occasions in de plus

Met de verkoop van occasions wisten dealers beter te presteren dan de markt. Er werden in Nederland vorig jaar volgens RDC 1,2 procent meer gebruikte auto’s verkocht dan in 2017, maar de gemiddelde dealer realiseerde een plus van 7,6 procent in occasions van zijn eigen merk en 5,9 procent voor wat betreft alle merken. De omzet uit occasionverkoop steeg per vestiging met 10,6 procent. De bruto marge per gecombineerde transactie van nieuw en gebruikt (BMGT) daalde echter licht naar 1.916 euro, hetgeen aantoont dat de margedruk op de nieuwverkoop onverminderd hoog is, mede door de toename van private lease.

Jongere monteurs

Na drie jaren van daling laat de externe omzet uit aftersales weer een bemoedigend beeld zien en de totale werkplaatsomzet groeide in 2018 met 16,2 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Het aantal monteurs groeide echter met 11,1 procent -terwijl hun gefactureerde uren daalden- en de loonkosten van indirecte medewerkers in de werkplaats stegen 4,8 procent. Daardoor nam het afdelingsresultaat af van 24,6 procent in 2017 naar 22,9 procent afgelopen jaar. De lagere gemiddelde loonsom voor monteurs wijst erop dat er toename is van uitstroom van ervaren monteurs als gevolg van de krappe arbeidsmarkt en vergrijzing. Jongere (leerling)monteurs stromen in, maar dat gaat onherroepelijk gepaard met lagere productiviteit en efficiency.

Procesoptimalisatie hoognodig

“Met de wetenschap dat WLTP en dus de BPM impact heeft op de autoverkopen dit jaar, zullen wij de barometer van ‘change’ terug naar ‘rain’ moeten zetten”, aldus Bert de Kroon, voorzitter van Bovag Autodealers. “Uit de cijfers blijkt dat procesoptimalisatie cruciaal blijkt en dat is met nieuw en jonger personeel een forse uitdaging. De algemene kosten in absolute zin kunnen niet onder controle worden gehouden en in combinatie met de teleurstellende verkoopcijfers van begin 2019 ziet dat er somber uit voor de eerstvolgende Bovag Branche Barometer, over het eerste kwartaal.”

*NB: de cijfers die in de BOVAG Branche Barometer worden genoemd zijn gemiddelden per vestiging, en moeten niet verward worden met totalen over de hele dealermarkt. Genoemd percentage of cijfer kan dus positiever uitvallen dan de gehele markt, als bijvoorbeeld het aantal vestigingen daalt.

Dealerrendement daalde in 2018 naar 0,65 procent - Automobielmanagement.nl

Dealerrendement daalde in 2018 naar 0,65 procent

Ondanks een omzetstijging van 13,1 procent ten opzichte van 2017, heeft de gemiddelde dealervestiging in 2018 de nettowinst met 5,8 procent zien dalen. Uit de Bovag Branche Barometer blijkt dat het gemiddelde dealerrendement over 2018 zodoende uitkwam op 0,65 procent. Een jaar eerder was dat 0,78 procent.

Dealerrendement daalde in 2018 naar 0,65 procent

Per dealerbedrijf werd afgelopen jaar gemiddeld 1,5 FTE toegevoegd aan de personele bezetting, maar het aantal verkochte auto’s per FTE op de verkoopafdeling daalde van 146 in 2017 naar 139 in 2018. Daarnaast nam het aantal gefactureerde uren per monteur af van 1.353 naar 1.339. De algemene kosten bleken relatief beheersbaar, hoewel deze in absolute bedragen net zo hard groeiden als de omzet. Daardoor kwam de absorptieratio, oftewel de mate waarin aftersales de totale kosten van de onderneming dekt, uit op 75 procent. In 2017 was dit 76,4 procent, terwijl in 2010 voor het laatst een ratio van boven de 90 procent werd genoteerd.

Occasions in de plus

Met de verkoop van occasions wisten dealers beter te presteren dan de markt. Er werden in Nederland vorig jaar volgens RDC 1,2 procent meer gebruikte auto’s verkocht dan in 2017, maar de gemiddelde dealer realiseerde een plus van 7,6 procent in occasions van zijn eigen merk en 5,9 procent voor wat betreft alle merken. De omzet uit occasionverkoop steeg per vestiging met 10,6 procent. De bruto marge per gecombineerde transactie van nieuw en gebruikt (BMGT) daalde echter licht naar 1.916 euro, hetgeen aantoont dat de margedruk op de nieuwverkoop onverminderd hoog is, mede door de toename van private lease.

Jongere monteurs

Na drie jaren van daling laat de externe omzet uit aftersales weer een bemoedigend beeld zien en de totale werkplaatsomzet groeide in 2018 met 16,2 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Het aantal monteurs groeide echter met 11,1 procent -terwijl hun gefactureerde uren daalden- en de loonkosten van indirecte medewerkers in de werkplaats stegen 4,8 procent. Daardoor nam het afdelingsresultaat af van 24,6 procent in 2017 naar 22,9 procent afgelopen jaar. De lagere gemiddelde loonsom voor monteurs wijst erop dat er toename is van uitstroom van ervaren monteurs als gevolg van de krappe arbeidsmarkt en vergrijzing. Jongere (leerling)monteurs stromen in, maar dat gaat onherroepelijk gepaard met lagere productiviteit en efficiency.

Procesoptimalisatie hoognodig

“Met de wetenschap dat WLTP en dus de BPM impact heeft op de autoverkopen dit jaar, zullen wij de barometer van ‘change’ terug naar ‘rain’ moeten zetten”, aldus Bert de Kroon, voorzitter van Bovag Autodealers. “Uit de cijfers blijkt dat procesoptimalisatie cruciaal blijkt en dat is met nieuw en jonger personeel een forse uitdaging. De algemene kosten in absolute zin kunnen niet onder controle worden gehouden en in combinatie met de teleurstellende verkoopcijfers van begin 2019 ziet dat er somber uit voor de eerstvolgende Bovag Branche Barometer, over het eerste kwartaal.”

*NB: de cijfers die in de BOVAG Branche Barometer worden genoemd zijn gemiddelden per vestiging, en moeten niet verward worden met totalen over de hele dealermarkt. Genoemd percentage of cijfer kan dus positiever uitvallen dan de gehele markt, als bijvoorbeeld het aantal vestigingen daalt.