De Volkswagen Groep kwam met 5.365.300 gebouwde exemplaren juist 2,8 procent lager uit en moest daardoor de nummer één positie weer overlaten aan de Japanners. Wel is het zo dat VW en consorten in de maand juni het verschil met Toyota iets wisten te reduceren.
De alliantie van Renault-Nissan-Mitsubishi, ten tijde van Carlos Ghosn enige tijd de onbetwiste leider wat productiecijfers betreft, moest vooral door de problemen bij Nissan bijna negen procent inleveren en kwam met 5.081.184 voertuigen op een derde plaats uit. Hier wordt de kloof met de nummers één en twee de laatste tijd juist groter omdat de verkopen van Nissan nu in de dubbele cijfers aan het dalen zijn. Bij de cijfers moet wel worden aangetekend dat wat de verschillende automerken onder productie verstaan niet altijd volledig vergelijkbaar is.
[…] meldde de grootste automaker van de wereld betere resultaten over het eerste kwartaal van zijn gebroken boekjaar dat eind maart […]