Tot verrassing van AmsterdamRAI trokken de zeven bedrijven zich gistermorgen terug, onder verwijzing naar de verslechterde marktomstandigheden. Bart Tijink, directeur van Hamer Installatietechniek: "We hebben te maken met een overmachtsituatie in de economie. Het gaat om grote beursbudgetten. Er is niet het gevoel aanwezig dat we die kosten kunnen terugverdienen."
Tijdens informeel overleg spraken de zeven bedrijven afgelopen dinsdagavond tegenover elkaar de intentie uit een streep te halen door hun inschrijving. Gezien de voorwaarden die organisator Amsterdam RAI hanteert, kan de annulering hen een hoop geld kosten. Zo kort voor beursaanvang (20 april) zijn afzeggers verplicht 75 procent van de huursom te betalen. Het feit dat de zeven GU-leden (Garage-Uitrusting) desondanks tot hun stap zijn gekomen, illustreert volgens Tijink de ernst van de situatie. Hij is zich ervan bewust dat de equipmentleveranciers een vitaal onderdeel van de AutovakRAI vormen. "Maar wij annuleren natuurlijk niet de complete beurs, daartoe zijn wij niet eens bij machte." Tijink oppert verschuiving van de AutovakRAI naar het najaar, in de periode waarin oorspronkelijk de transportbeurs plaatsvinden. "Ik heb sterk het gevoel dat de markt in het derde kwartaal weer in schwung komt. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald."
Voorzitter Gertjan Sluyter van het tentoonstellingscomité zegt echter "voor 120 procent in te zetten op doorgang van de beurs in april. Ik heb best begrip voor de economische situatie, maar het kan niet zo zijn dat een kleine groep een veel grotere groep dupeert." Ook na het afhaken van de zeven bedrijven is er volgens Sluyter nog steeds een vakbeurs die een brede afspiegeling van de branche is. Verschuiving naar het komend najaar of naar 2010 is wat Sluyter betreft niet aan de orde. De hoge bezoekerscijfers en positieve reacties tijdens de regiobeurs Autoprof Gorinchem (vorige week) sterken Sluyter in de opvatting dat er ook voor de AutovakRAI een goede voedingsbodem is.
U begrijpt dat de genoemde quotes niet voor mijn rekening zijn , en ook niet goed geformuleerd zijn.
Ik begrijp tenvolle de beslissing van de grotere leveranciers van garage-uitrusting in Nederland en zou in dezelfde omstandigheden in België een gelijkaardige beslissing voorstaan wat betreft onze deelname aan Autotechnica.
Trouwens de beurs wordt hoofdzakelijk gedragen door de firma’s die wegens hun groot aanbod in equipment verplicht zijn een grotere oppervlakte te huren en zij worden bovendien en vooral geconfronteerd met nog hogere creatie- en opbouw- en afbouwkosten en transportschade die nooit, ook niet ten dele kunnen terugverdiend worden door opdrachten die ze zonder beursdeelname niet zouden genoteerd hebben.
Uiteraard dient een beurs ook om nieuwigheden en technische evolutie aan de klanten voor te stellen en als ontmoetingsplaats met trouwe en traditionele klanten. Maar dan dringt zich als goede tussenoplossing een kleinere frequentie van nationale beurzen op. Waarom niet om de drie of zelfs om de vier jaar?