Deze club vond namelijk dat er oneerlijke concurrentie ontstaat als een auto die door een handelaar in het buitenland wordt aangeschaft vervolgens wordt belast met bpm over de vérkoopprijs in Nederland. Er wordt dan namelijk bpm betaald over de eventuele marge en kosten die de handelaar bij verkoop van die auto realiseert. Daardoor is de heffing hoger dan de bpm die rust op een gelijksoortige, al in Nederland geregistreerde, gebruikte auto. Daarom zal voor de vaststelling van de bpm moeten worden uitgegaan van de inkoopprijs van een referentieauto.

 

Het bedrijf Autotelex wordt in het arrest van de Hoge Raad expliciet genoemd, omdat het bedrijf zich als onafhankelijke waardebepaler specialiseert in de bepaling van inkoopwaarden. Deze gaan dus nu dus een belangrijke rol in de afhandeling van de bpm-aangifte, zo stelt Autotelex. "Omdat onze handelswaarde aan de eis voldoet die de Hoge Raad hieraan stelt (prijs bij inkoop door handelaren) is de handelswaarde van Autotelex toepasbaar voor de afhandeling van de bpm-aangifte. Om gevolg te geven aan de uitspraak hebben wij besloten zo spoedig mogelijk alle relevante producten aan te passen aan de jurisprudentie. Het gaat om de producten AutoDigitaal, AutotelexPro, AutoPDA, MotorPDA en AutoImport", aldus Steven Willigenburg van Autotelex.  

 

Autotelex is in Nederland een belangrijke speler op het gebied van restwaarden. Het bedrijf houdt zich sinds 1964 bezig met het in kaart brengen van de Nederlandse markt voor motorvoertuigen: van auto’s en motorfietsen tot bedrijfswagens. Deze autogegevens worden onder meer toegepast bij het importeren van auto’s, het berekenen van rest-bpm en het bepalen van een marktconforme restwaarde door uiteenlopende partijen als autohandelaren, autoveilingen, verzekeringsmaatschappijen, leasemaatschappijen, banken en overheidsinstellingen.