Eigenlijk is er helemaal geen plek meer voor al dat ambachtelijk dealergedoe, zo wil men mij doen geloven. Alles wordt namelijk anders, zo gaat dat met De ­Toekomst. Alle auto’s worden verbonden met de fabrikanten en met allerlei andere bevriende partijen. Alle auto’s zijn elektries. Alle auto’s rijden vaneiges. En alle auto’s zijn van een ander. Tot zover een kort verslag van het gepresenteerde. Dat in de tussentijd het dealerrendement inzakt lijkt een voorbode op naderende narigheid. Maar goed, het fijne van De Toekomst is namelijk ook dat je er altijd nog wat later aan kunt beginnen, geen haast dus.

Gauw dus terug naar het hier en nu. Mijn auto meldde dat ie aandacht wilde hebben. Dat leidde ik dan maar af uit een wat ingewikkelde melding op mijn dashboard die hardnekkig terug bleef komen. Het was ook even geleden sinds mijn laatste bezoek aan de dealerwerkplaats. Ze hadden me gelukkig niet gemist. Het was druk. Er was ook niets bijzonders met m’n auto, al wist de dealer er toch nog een factuur van 600 ex. uit te persen. Knap werk! Paar weken later een soortgelijke ervaring met de auto van mijn vrouw. Een updeetje en een beetje olie en flop 400 ex. op de kassa. Huppakee! Ook nog even een ­offerte gevraagd voor wat eenvoudig schadewerk. Voor vijfentwintighonderd euri maken we het piekfijn in orde meneer. Als vriend van de sector doe je daar gewoonlijk natuurlijk niet moeilijk over. Maar plots herinnerde ik mij een verhaal van een glasketen dat ook schades erbij was gaan doen. En inderdaad. Binnen de kortste keren was het allemaal gepiept voor (jawel!) een kwart van het dealerbedrag.

De moraal van dit zeurverhaal? Iedere consument heeft z’n weerstandsprijs waarna ie uitwijkt naar een goedkoper adres. Maar als de autofabrikanten onverhoopt toch het alleenrecht krijgen op klant- en autodata dan ben ik als consument zwaar de Sjaak. Dan vliegen de tarieven nog verder omhoog, wordt het postje ‘kleinmateriaal’ minimaal verdubbeld en krijg je ieder seizoen nieuwe ruitenwisserbladen. Dit om het gemis aan traditioneel reparatiewerk en oliemarge te compenseren. Laten we dus maar hopen dat Brussel een gezond concurrentieveld blijft faciliteren. Met voor ieder autobedrijf gelijke spelregels en met de klant als lichtend middelpunt. Want ja: De Klant. Die waren we bij al die events en congressen éven vergeten.